Einde inhoudsopgave
Nadere regeling kinderarbeid
Artikel 2:1
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2007
- Bronpublicatie:
26-03-2007, Stcrt. 2007, 64 (uitgifte: 01-01-2007, regelingnummer: AV/IR//2007/9636)
- Inwerkingtreding
01-04-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-2007, Stcrt. 2007, 64 (uitgifte: 01-01-2007, regelingnummer: AV/IR//2007/9636)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Indien in het kader van een alternatieve sanctie een kind van 12 jaar tot en met 14 jaar niet industriële hulparbeid van lichte aard verricht of een kind van 15 jaar niet industriële arbeid van lichte aard verricht, dan wordt in acht genomen, dat dat kind:
- a.
op zondag geen arbeid verricht, behalve voor zover dat uit de aard van de arbeid voortvloeit en het tegendeel is bedongen. Indien de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken, kan van de vorige zin worden afgeweken, indien de werkgever daartoe overeenstemming heeft bereikt met het medezeggenschapsorgaan of, bij het ontbreken daarvan, met de belanghebbende werknemers. Een in de aanhef bedoelde kind verricht in de omstandigheden, bedoeld in dit onderdeel, uitsluitend arbeid op zondag, indien de ouders of verzorgers daarmee voor dat geval instemmen;
- b.
een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 14 uren in elke periode van 24 aaneengesloten uren, waarin de periode tussen 20.00 uur en 07.00 uur begrepen is;
- c.
in elke periode van 7 achtereenvolgende dagen een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 36 uren;
- d.
tijdens een schoolweek niet langer arbeid verricht dan 20 uren, waarvan ten hoogste 2 uren per dag op dagen dat onderwijs wordt gevolgd en ten hoogste 7 uren per dag op andere dagen;
- e.
tijdens een vakantieweek niet langer arbeid verricht dan 35 uren per week, waarvan ten hoogste 7 uren per dag;
- f.
gedurende ten hoogste 6 vakantieweken per jaar arbeid verricht;
- g.
indien op een dag langer arbeid wordt verricht dan 4,5 uur, die arbeid afwisselt met een pauze van ten minste een half uur aaneengesloten.