NJB 2014/478:Samenlevingsovereenkomst. Dwaling. Hoogstpersoonlijke informatie. Partijen hebben een samenlevingsovereenkomst gesloten. De man vordert vernietiging daarvan wegens dwaling op de grond dat de vrouw hem essentiële informatie heeft onthouden over haar relationele ontrouw. HR: In een affectieve relatie zijn partijen in beginsel vrij om te bepalen in hoeverre hoogstpersoonlijke informatie, waaronder informatie over het gevoels- en liefdesleven, wordt gedeeld met de partner. Aan de in verband met dwaling te stellen eis dat een partij de partner daarover had behoren in te lichten, is niet spoedig voldaan. Het antwoord op de vraag of het niet mededelen van hoogstpersoonlijke informatie bij het sluiten van een samenlevingsovereenkomst, tot vernietiging wegens dwaling kan leiden, is sterk verweven met de inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval. Het oordeel daaromtrent is in cassatie slechts in beperkte mate op juistheid te onderzoeken