Einde inhoudsopgave
Landsverordening belastingfaciliteiten investeringen [Curaçao]
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 16-05-2024
- Bronpublicatie:
14-05-2024, Publicatieblad van Curaçao 2024, 40 (uitgifte: 15-05-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-05-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2024, Publicatieblad van Curaçao 2024, 40 (uitgifte: 15-05-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
Krachtens deze landsverordening kan vrijstelling worden verleend van:
- a.
de onroerendezaakbelasting, bedoeld in de Landsverordening onroerendezaakbelasting 2014;
- b.
de winstbelasting, bedoeld in de Landsverordening op de winstbelasting 1940, met dien verstande dat ter zake van de winstbelasting een verminderd tarief wordt geheven, welk tarief drie procent over de gerealiseerde winst bedraagt;
- c.
de invoerrechten, bedoeld in de Landsverordening tarief van invoerrechten, op:
- 1°
materialen en goederen ten behoeve van de bouw en eerste inrichting van bedrijfspanden bestemd voor de uitoefening van een bedrijf als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a;
- 2°
materialen en goederen bestemd voor de aanleg van wegen, de bouw van onroerende zaken en de aanleg of de bouw van gelegenheden tot verblijf en ontspanning ter bevordering van vreemdelingenbezoek en sociale woningen op de percelen grond, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b;
- 3°
bedrijfsmiddelen, ten behoeve van de eerste inrichting van een onderneming, die als bedrijf wordt aangemerkt, voor zover vaststaat dat de aanwending van die bedrijfsmiddelen tot het wezen van het bedrijf, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a, behoort;
- 4°
materialen en goederen, waaronder bedrijfsmiddelen, ten behoeve van de uitbreiding, verbetering of vernieuwing van het bedrijf, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel d, en waarvan vaststaat dat de aanwending ervan tot het wezen van het bedrijf behoort;
- 5°
materialen en goederen ten behoeve van de bouw en eerste inrichting van bedrijfspanden bestemd voor de uitoefening van een bedrijf of ten behoeve van de bedrijfsvoering van een onderneming als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel c
- 6°
bedrijfsmiddelen, ten behoeve van de eerste inrichting van een onderneming, die als bedrijf wordt aangemerkt, voor zover vaststaat dat de aanwending van die bedrijfsmiddelen tot het wezen van het bedrijf of ten behoeve van de bedrijfsvoering van een onderneming als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel c, behoort.
- d.
de inkomstenbelasting als bedoeld in de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943, op dividenden en andere winstuitkeringen aan aandeelhouders en houders van andere op een deel van de winst rechtgevende bewijzen, waarvan ten genoegen van de Inspecteur wordt aangetoond, dat zij geheel afkomstig zijn van een bedrijf, welke is onderworpen aan het verminderde tarief, genoemd in het eerste lid, onderdeel b.
2.
De vrijstelling van invoerrechten, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, ten eerste en ten vijfde, houdt mede in de vrijstelling van heffingen ter zake van de invoer van de, van invoerrechten vrijgestelde, goederen, ingesteld op grond van het bepaalde in artikel 5, onderdeel b, van de Landsverordening In- en Uitvoer.
3.
De vrijstellingen verleend ten behoeve van een uitbreiding als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel d, hebben slechts betrekking op de uitbreiding.