Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/969 tot oprichting van een samenwerkingsplatform ter ondersteuning van de werking van gemeenschappelijke onderzoeksteams en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1726
Artikel 26 Monitoring en evaluatie
Geldend
Geldend vanaf 06-06-2023
- Bronpublicatie:
10-05-2023, PbEU 2023, L 132 (uitgifte: 17-05-2023, regelingnummer: 2023/969)
- Inwerkingtreding
06-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-05-2023, PbEU 2023, L 132 (uitgifte: 17-05-2023, regelingnummer: 2023/969)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
eu-LISA stelt procedures vast om de ontwikkeling van het samenwerkingsplatform voor GOT's te monitoren met betrekking tot de doelstellingen op het gebied van planning en kosten, en om de werking van het samenwerkingsplatform voor GOT's te monitoren met betrekking tot de doelstellingen op het gebied van technische resultaten, kosteneffectiviteit, bruikbaarheid, beveiliging en kwaliteit van de dienstverlening.
2.
De in lid 1 bedoelde procedures voorzien in de mogelijkheid om regelmatig technische statistieken op te stellen voor monitoringdoeleinden en dragen bij tot de algehele evaluatie van het samenwerkingsplatform voor GOT's.
3.
Indien de kans bestaat op aanzienlijke vertragingen in het ontwikkelingsproces, stelt eu-LISA het Europees Parlement en de Raad zo spoedig mogelijk op de hoogte van de redenen van die vertraging, de gevolgen voor de tijdschema's, de financiële consequenties en de stappen die het wil ondernemen om de situatie te verhelpen.
4.
Wanneer de ontwikkeling van het samenwerkingsplatform voor GOT's is afgerond, dient eu-LISA bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in waarin wordt uiteengezet hoe de doelstellingen, met name die welke betrekking hebben op de planning en kosten, zijn bereikt en eventuele afwijkingen worden gemotiveerd.
5.
In geval van een technische upgrade van het samenwerkingsplatform voor GOT's die aanzienlijke kosten met zich mee zou kunnen brengen, stelt eu-LISA het Europees Parlement en de Raad daarvan in kennis alvorens tot de upgrade over te gaan.
6.
Uiterlijk twee jaar na de ingebruikneming van het samenwerkingsplatform voor GOT's:
- a)
dient eu-LISA bij de Commissie een verslag in over de technische werking van het samenwerkingsplatform voor GOT's, met inbegrip van de niet-gevoelige beveiligingsaspecten ervan en maakt het dat verslag openbaar;
- b)
voert de Commissie op basis van het in punt a) bedoelde verslag een algemene evaluatie uit van het samenwerkingsplatform voor GOT's en legt ze een algemene-evaluatieverslag voor aan het Europees Parlement en de Raad.
Elk jaar na de indiening van het in punt a) van de eerste alinea bedoelde verslag dient eu-LISA bij de Commissie een verslag in over de technische werking van het samenwerkingsplatform voor GOT's, met inbegrip van de niet-gevoelige beveiligingsaspecten ervan en maakt het dat verslag openbaar.
Elke vier jaar na de voorlegging van het in punt b) van de eerste alinea bedoelde algemene-evaluatieverslag en op basis van de door eu-LISA overeenkomstig de tweede alinea ingediende verslagen, voert de Commissie een algemene evaluatie uit van het samenwerkingsplatform voor GOT's en legt ze een algemene-evaluatieverslag voor aan het Europees Parlement en de Raad.
7.
Binnen 18 maanden na de datum van ingebruikneming van het samenwerkingsplatform voor GOT's dient de Commissie, na raadpleging van Europol en de in artikel 12 bedoelde adviesgroep, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in waarin de noodzaak, haalbaarheid, geschiktheid en kosteneffectiviteit van een mogelijke koppeling tussen het samenwerkingsplatform voor GOT's en Siena wordt beoordeeld. Dat verslag bevat ook voorwaarden, technische specificaties en procedures om een beveiligde en efficiënte verbinding te waarborgen. Waar passend, gaat dat verslag vergezeld van de nodige wetgevingsvoorstellen, die een bevoegdheidsverlening aan de Commissie kunnen bevatten om de technische specificaties van een dergelijke koppeling vast te stellen.
8.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaten, Eurojust, Europol, het EOM, OLAF en andere bevoegde organen en instanties van de Unie verstrekken eu-LISA en de Commissie de informatie die nodig is om het in lid 4 van dit artikel bedoelde verslag en het in lid 6 van dit artikel bedoelde algemene-evaluatieverslag van de Commissie op te stellen. Zij verstrekken het secretariaat van het GOT-netwerk ook de informatie die nodig is om het in artikel 10, punt e), bedoelde jaarverslag op te stellen. De in de eerste en in de tweede zin van dit lid bedoelde informatie mag de werkmethoden niet in gevaar brengen noch informatie bevatten waardoor bronnen, namen van personeelsleden of onderzoeken worden onthuld.
9.
eu-LISA verstrekt de Commissie de informatie die nodig is om de in lid 6 bedoelde algemene evaluatie te kunnen uitvoeren.