Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/820
Verplichting tot afgifte goed aan huurkoper; geen toebehoren cfm. art. 321 Sr aan huurkoper.
HR 23-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1033
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 juni 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/05517
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS224742:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1033, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑06‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:460, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑10‑2019
- Wetingang
Art. 321 Sr
Essentie
De verplichting om een goed aan de huurkoper af te geven ter nakoming van een huurkoopovereenkomst brengt nog niet mee dat het goed aan de huurkoper ‘toebehoorde’ cfm. art. 321 Sr.
Samenvatting
De enkele omstandigheid dat verdachte op grond van een veroordeling tot nakoming van een huurkoopovereenkomst gehouden was een paard aan de huurkoper af te geven, brengt niet mee dat het paard aan de huurkoper ‘toebehoorde’ in de zin van art. 321 Sr. 's Hofs oordeel dat verdachte zonder daartoe gerechtigd te zijn als heer en meester over het paard heeft beschikt en het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.