NJB 2020/1649
Partneralimentatie. Hoge Raad: 1. Verdiencapaciteit. Het oordeel van het Hof dat de vrouw in staat moet worden geacht om in haar levensonderhoud te voorzien, is ontoereikend gemotiveerd. 2. Terugbetalingsverplichting. Het Hof heeft niet kenbaar onderzocht of een terugbetalingsverplichting ten laste van de vrouw in redelijkheid kan worden aanvaard
HR 19-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1081
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 juni 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
19/02562
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1081, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑06‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:142, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑02‑2020
- Wetingang
(art. 1:157 lid 1, art. 1:401 BW)
Essentie
Partneralimentatie. Hoge Raad: 1. Verdiencapaciteit. Het oordeel van het Hof dat de vrouw in staat moet worden geacht om in haar levensonderhoud te voorzien, is ontoereikend gemotiveerd. 2. Terugbetalingsverplichting. Het Hof heeft niet kenbaar onderzocht of een terugbetalingsverplichting ten laste van de vrouw in redelijkheid kan worden aanvaard
Partij(en)
De vrouw, adv. mr. H.J.W. Alt, vs. de man, adv. mr. J. den Hoed.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
De vrouw en de man zijn gehuwd geweest en gescheiden.
In dit geding heeft de rechtbank een door de man te betalen partneralimentatie bepaald. Het Hof heeft de partneralimentatie met terugwerkende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.