RAR 2018/122
Billijke vergoeding. Moet de rechter bij een geslaagd beroep op art. 7:683 lid 3 BW een billijke vergoeding toekennen, indien hij niet overgaat tot herstel van de arbeidsovereenkomst?
HR 08-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:857
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juni 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/03188
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929308:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:857, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:186, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑02‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑07‑2017
- Wetingang
Essentie
Billijke vergoeding. Herstel arbeidsovereenkomst.
Moet de rechter bij een geslaagd beroep op art. 7:683 lid 3 BW een billijke vergoeding toekennen, indien hij niet overgaat tot herstel van de arbeidsovereenkomst?
Samenvatting
Werknemer is sinds 2006 bij werkgever in dienst als schoonmaker. In september 2014 meldt werknemer zich ziek met psychische klachten. Vervolgens ontstaat er een langdurige discussie over het bestaan van werknemers arbeidsongeschiktheid en (naleving van de) re-integratieverplichtingen. In totaal worden er drie deskundigenoordelen aangevraagd bij het UWV. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van verwijtbaar handelen van werknemer en ontbindt de arbeidsovereenkomst per 1 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.