Prg. 2012/162
Geen geldig beroep op hardheidsclausule. Een advocaat wordt geacht dermate deskundig te zijn, dat hij op de hoogte is van de in de cassatieprocedure geldende termijnen en de verstrekkende gevolgen van de niet-tijdige afdracht van het verschuldigde griffierecht.
HR 23-03-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV3409
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 maart 2012
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, W.D.H. Asser, C.E. Drion
- Zaaknummer
11/05319
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BV3409
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BV3409, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑03‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BV3409, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑02‑2012
- Wetingang
Rv art. 127a lid 3, 282alid 2, 427b; Wgbz art. 3 lid 4
Essentie
Procesrecht. Kan advocaat zich bij aanloopproblemen invoering nieuwe Wet griffierechten met succes beroepen op hardheidsclausule bij te late afdracht griffierecht?
Nee. Advocaat wordt geacht deskundig te zijn in cassatieprocedure en daarbij op de hoogte te zijn van termijnen en verstrekkende gevolgen van niet tijdige betaling griffierecht.
Samenvatting
Advocaat beroept zich middels een brief aan de Hoge Raad op de hardheidsclausule van art. 127a lid 3 Rv. Zijn cliënt is niet-ontvankelijk verklaard, vanwege het niet tijdig voldoen van het griffierecht. De advocaat beroept zich op een misverstand als gevolg van aanloopproblemen bij de invoering van het nieuwe ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.