Einde inhoudsopgave
Protocol betreffende de coördinatie van de sociale zekerheid
Artikel SSC.51 Aanvullende bepalingen voor de berekening van de uitkeringen
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
Op de berekening van het in artikel SSC.47, lid 1, punt b), bedoelde theoretische bedrag en pro-ratabedrag zijn de volgende regels van toepassing:
- a)
indien de totale duur van de tijdvakken van verzekering en/of wonen die vóór het intreden van de verzekerde gebeurtenis uit hoofde van de wetgevingen van alle betrokken staten zijn vervuld, langer is dan de maximumduur welke de wetgeving van één van die staten voor het recht op een volledige prestatie vereist, houdt het bevoegde orgaan van die staat rekening met die maximumduur in plaats van met de totale duur van bedoelde tijdvakken. Die wijze van berekening mag niet tot gevolg hebben dat dat orgaan een uitkering verschuldigd is welke hoger is dan de volledige uitkering volgens de door dat orgaan toegepaste wetgeving. Deze bepaling geldt niet voor uitkeringen waarvan het bedrag niet afhankelijk is van de duur van de verzekering;
- b)
de wijze waarop samenvallende tijdvakken in aanmerking worden genomen, wordt geregeld in bijlage SSC-7;
- c)
indien de wetgeving van een staat bepaalt dat voor de berekening van de uitkeringen wordt uitgegaan van gemiddelde, pro rata, vaste of toegerekende inkomsten, bijdragen of premies, grondslagen voor premies of bijdragen, verhogingen, verdiensten, andere bedragen of een combinatie daarvan, wordt door het bevoegde orgaan:
- i)
de berekeningsgrondslag van de uitkeringen uitsluitend bepaald aan de hand van de verzekeringstijdvakken die uit hoofde van de door het orgaan toegepaste wetgeving zijn vervuld;
- ii)
het bedrag dat overeenkomstig de tijdvakken van verzekering en/of wonen die uit hoofde van de wetgeving van de andere staten zijn vervuld, bepaald aan de hand van dezelfde elementen, als die welke worden bepaald of geconstateerd over de tijdvakken van verzekering die uit hoofde van de door het orgaan toegepaste wetgeving zijn vervuld,
waar nodig overeenkomstig de procedures die voor de betrokken staat zijn vastgelegd in bijlage SSC-6;
- d)
indien punt c) niet van toepassing is omdat de wetgeving van een staat bepaalt dat voor de berekening van de uitkeringen niet wordt uitgegaan van tijdvakken van verzekering of wonen maar van andere, niet-temporele elementen, houdt het bevoegde orgaan op grond van voor ieder uit hoofde van de wetgeving van een andere staat vervuld tijdvak van verzekering of wonen rekening met het geaccumuleerde kapitaal, het als geaccumuleerd beschouwde kapitaal of enig ander element dat nodig is voor de berekening uit hoofde van de wetgeving die het toepast, gedeeld door de overeenkomstige tijdseenheden in de betrokken pensioenregeling.
2.
De voorschriften van de wetgeving van een staat inzake de aanpassing van de voor de berekening van de uitkeringen in aanmerking genomen elementen aan het loon- of prijsniveau zijn, in voorkomend geval, van toepassing op de elementen waarmee het bevoegde orgaan van die staat op grond van de uit hoofde van de wetgevingen van andere staten vervulde tijdvakken van verzekering of van wonen overeenkomstig lid 1 rekening heeft gehouden.