Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/324
Art. 197 Sr. Verblijf in Nederland na ongewenstverklaring. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 20-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:243
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 februari 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/01021
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Vreemdelingenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:243, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1541, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑12‑2017
Essentie
Art. 197 Sr. Verblijf in Nederland na ongewenstverklaring. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
20 februari 2018
Strafkamer
nr. S 16/01021
SA/AJ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 9 februari 2016, nummer 23/000031-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1. De verdachte is bij arrest van 9 februari 2016 door het Gerechtshof Amsterdam wegens “als vreemdeling in Nederland verblijven, terwijl hij weet, dat hij op grond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.