NJ 2010/449:Uitlevering door het VK aan Australië bij eventuele levenslange gevangenisstraf zonder mogelijkheid van vervroegde invrijheidstelling. Een dergelijke straf is i.c. onwaarschijnlijk gelet op recente sanctiepraktijk en de veroordelingen van medeverdachten. Een diplomatieke garantie ter zake was niet nodig. Geen risico van een flagrante inbreuk op het recht getuigen te ondervragen, nu ondervraging d.m.v. videoverbinding mogelijk is, noch op het recht op gefinancierde rechtsbijstand al is die wellicht in Australië minder genereus. Ook geen disproportionele inbreuk op het recht op familieleven gelet op de zeer ernstige beschuldigingen en het belang dat het V.K. erbij heeft zijn verdragsverplichtingen na te komen. Alleen in uitzonderlijke omstandigheden kan het privé- of familieleven van de opgeeiste persoon zwaarder wegen dan het doel dat met zijn uitlevering is gediend.