Einde inhoudsopgave
Regeling politiehonden
Artikel 6 Keuringscommissies
Geldend
Geldend vanaf 18-03-2017. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
02-03-2017, Stcrt. 2017, 13163 (uitgifte: 17-03-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
18-03-2017, terugwerkend tot: 01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-03-2017, Stcrt. 2017, 13163 (uitgifte: 17-03-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Politierecht (V)
Politierecht / Kwaliteitszorg
1.
Er is een keuringscommissie voor de politiespeurhond, waarvan de leden worden aangewezen door de rijksgecommitteerden voor de politiespeurhond. De rijksgecommitteerden bepalen voor welke keuring van geleider en politiespeurhond de verschillende leden van de keuringscommissie worden ingezet.
2.
Er is een keuringscommissie voor de politiesurveillancehond waarvan de leden worden aangewezen door de rijksgecommitteerden voor de politiesurveillancehond, bedoeld in artikel 7. De aanwijzing vindt plaats nadat het aan te wijzen lid is aangemeld bij een door de korpschef getroffen voorziening voor de organisatie en administratie van keuringen. Aanwijzing vindt niet plaats dan nadat het aan te wijzen lid het examen, bedoeld in het keuringsreglement voor de politiesurveillancehond, met goed gevolg heeft afgelegd.
3.
Er is een keuringscommissie voor de AOT-hond waarvan de leden, uit de kring van leden van de keuringscommissie voor de politiesurveillancehond, worden aangewezen door de rijksgecommitteerden voor de AOT-hond, bedoeld in artikel 7.
4.
De leden van de keuringscommissie voor de politiespeurhond, van de keuringscommissie voor de politiesurveillancehond en van de keuringscommissie voor de AOT-hond zijn ambtenaar van politie. Van de keuringscommissie voor de politiespeurhond kunnen tevens lid zijn buitengewoon opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering.
5.
De leden van de keuringscommissie voor de politiespeurhonden, respectievelijk de keuringscommissie voor de politiesurveillancehond, respectievelijk de keuringscommissie voor de AOT-hond beschikken over een ruime dressuur-technische ervaring en praktische politie-ervaring op het gebied van de inzet en het gebruik van de politiespeurhond, respectievelijk de politiesurveillancehond, respectievelijk de AOT-hond. De leden van de keuringscommissie voor de politiespeurhond beschikken tevens over kennis van de toepasselijke bepalingen van het Wetboek van Strafvordering.