Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 399 Multilaterale arbeidsnormen en overeenkomsten
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
De Partijen bevestigen hun verbintenis om de ontwikkeling van de internationale handel zodanig te bevorderen dat die leidt tot waardig werk voor iedereen, als verankerd in de Verklaring van de IAO over sociale gerechtigheid voor een eerlijke mondialisering van 2008.
2.
Overeenkomstig het Statuut van de IAO en de Verklaring van de IAO over de fundamentele principes en rechten met betrekking tot werk en de follow- up daarvan, aangenomen tijdens de 86e vergadering van de Internationale Arbeidsconferentie te Genève op 18 juni 1998, verbindt elke Partij zich ertoe de volgende internationaal erkende fundamentele arbeidsnormen, zoals vastgelegd in de fundamentele IAO-Verdragen, in acht te nemen en te bevorderen en daaraan op doeltreffende wijze uitvoering te geven:
- a)
de vrijheid van vereniging en de daadwerkelijke erkenning van het recht op collectieve onderhandelingen;
- b)
de uitbanning van alle vormen van dwangarbeid of verplichte arbeid;
- c)
de daadwerkelijke afschaffing van kinderarbeid, en
- d)
de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.
3.
De Partijen blijven zich onafgebroken inspannen om de fundamentele IAO-Verdragen te ratificeren, indien zij dat nog niet hebben gedaan.
4.
De Partijen wisselen regelmatig en in voorkomend geval informatie uit over de respectieve stand van zaken en vorderingen van de lidstaten en van het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot de ratificatie van de IAO-Verdragen of protocollen die door de IAO als actueel zijn aangemerkt en van andere relevante internationale instrumenten.
5.
Elke Partij verbindt zich ertoe uitvoering te geven aan alle IAO-Verdragen die het Verenigd Koninkrijk respectievelijk de lidstaten hebben geratificeerd en aan de verschillende bepalingen van het Europees Sociaal Handvest die de lidstaten respectievelijk het Verenigd Koninkrijk, als leden van de Raad van Europa, hebben aanvaard1..
6.
Elke Partij blijft door middel van haar wetgeving en praktijk en in overeenstemming met de desbetreffende IAO-Verdragen en andere internationale verbintenissen bijdragen tot de bevordering van de Agenda voor waardig werk van de IAO als vervat in de Verklaring van de IAO over sociale gerechtigheid voor een eerlijke mondialisering van 2008 (‘de Agenda voor waardig werk van de IAO’), met name met betrekking tot:
- a)
behoorlijke arbeidsvoorwaarden voor iedereen, onder meer wat loon en inkomen, werktijden, zwangerschapsverlof en overige arbeidsvoorwaarden betreft;
- b)
gezondheid en veiligheid op het werk, met inbegrip van de preventie van beroepsgebonden letsel of ziekte en compensatie in geval van dergelijk letsel of dergelijke ziekte, en
- c)
gelijke behandeling met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden, met inbegrip van die voor migrerende werknemers.
7.
Elke Partij beschermt en bevordert de sociale dialoog inzake arbeidskwesties tussen werknemers en werkgevers en hun respectieve organisaties alsmede met de betrokken overheidsinstanties.
8.
De Partijen werken samen op het gebied van handelsgerelateerde aspecten van het beleid en de maatregelen inzake arbeid, in voorkomend geval ook in het kader van multilaterale fora, zoals de IAO. Die samenwerking kan onder meer betrekking hebben op:
- a)
handelsgerelateerde aspecten van de uitvoering van de fundamentele, prioritaire en andere bijgewerkte IAO-Verdragen;
- b)
handelsgerelateerde aspecten van de Agenda voor waardig werk van de IAO, daaronder begrepen samenwerking op het gebied van het verband tussen handel en volledige en productieve werkgelegenheid, het aanpassingsvermogen van de arbeidsmarkt, de fundamentele arbeidsnormen, waardig werk in de mondiale toeleveringsketens, sociale bescherming en sociale integratie, sociale dialoog en gelijke kansen voor mannen en vrouwen;
- c)
het effect van de arbeidswetgeving en normen op handel en investeringen, of het effect van de handels- en investeringswetgeving op arbeid;
- d)
de dialoog en de informatie-uitwisseling over de arbeidsrechtelijke bepalingen in het kader van hun respectieve handelsovereenkomsten, en de uitvoering daarvan, en
- e)
elke andere vorm van samenwerking die passend wordt geacht.
9.
De Partijen houden bij het vaststellen van de gebieden waarop kan worden samengewerkt en bij het uitvoeren van samenwerkingsactiviteiten rekening met de standpunten van vertegenwoordigers van werknemers, werkgevers en organisaties uit het maatschappelijk middenveld.
Voetnoten
Elke Partij behoudt haar recht om haar prioriteiten en beleid vast te stellen en middelen toe te wijzen in het kader van de doeltreffende uitvoering van de IAO-Verdragen en de desbetreffende bepalingen van het Europees Sociaal Handvest op een wijze die in overeenstemming is met haar internationale verbintenissen, ook met die uit hoofde van deze titel. De Raad van Europa, die in 1949 werd opgericht, heeft het Europees Sociaal Handvest in 1961 aangenomen; het Handvest is in 1996 herzien. Alle lidstaten hebben het Europees Sociaal Handvest geratificeerd in de oorspronkelijke of de herziene versie ervan. Voor het Verenigd Koninkrijk is de verwijzing naar het Europees Sociaal Handvest in lid 5 een verwijzing naar de oorspronkelijke versie uit 1961.