Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2017/1852 betreffende mechanismen ter beslechting van belastinggeschillen in de Europese Unie
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 03-11-2017
- Bronpublicatie:
10-10-2017, PbEU 2017, L 265 (uitgifte: 14-10-2017, regelingnummer: 2017/1852)
- Inwerkingtreding
03-11-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-10-2017, PbEU 2017, L 265 (uitgifte: 14-10-2017, regelingnummer: 2017/1852)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Algemeen
Europees belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Richtlijn van de Raad van 10 oktober 2017 betreffende mechanismen ter beslechting van belastinggeschillen in de Europese Unie
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 115,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Situaties waarin verschillende lidstaten de bepalingen van bilaterale belastingovereenkomsten en -verdragen of het Verdrag ter afschaffing van dubbele belasting in geval van winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen (90/436/EEG)(3) (‘het arbitrageverdrag van de Unie’) op een verschillende wijze uitleggen of toepassen, kunnen ernstige fiscale belemmeringen vormen voor ondernemingen die over de grenzen heen actief zijn. Dergelijke belemmeringen leiden tot een buitensporige belastingdruk op ondernemingen en er is een reëel risico dat zij economische verstoringen en inefficiënties veroorzaken en negatieve gevolgen hebben voor grensoverschrijdende investeringen en de groei.
- (2)
Om die reden is het noodzakelijk dat er in de Unie mechanismen zijn die zorgen voor de doeltreffende beslechting van geschillen betreffende de uitleg en de toepassing van dergelijke bilaterale belastingverdragen en van het arbitrageverdrag van de Unie, en met name van geschillen die tot dubbele belasting leiden.
- (3)
De mechanismen waarin bilaterale belastingverdragen en het arbitrageverdrag van de Unie momenteel voorzien, leiden mogelijk niet in alle gevallen tot een doeltreffende beslechting van dergelijke geschillen binnen een redelijke termijn. De monitoring die in het kader van de tenuitvoerlegging van het arbitrageverdrag van de Unie heeft plaatsgevonden, heeft een aantal belangrijke tekortkomingen aan het licht gebracht, met name wat de toegang tot de procedure en wat de duur en de effectieve sluiting van de procedure betreft.
- (4)
Om tot een eerlijker belastingklimaat te komen, moeten de transparantieregels worden verbeterd en de maatregelen ter bestrijding van belastingontwijking worden versterkt. Tegelijkertijd is het in de geest van een eerlijk belastingstelsel noodzakelijk dat ervoor wordt gezorgd dat geschilbeslechtingsmechanismen alomvattend, effectief en duurzaam zijn. In de mechanismen ter beslechting van geschillen moeten ook verbeteringen worden aangebracht om in te spelen op het risico dat er alsmaar meer geschillen over dubbele of meervoudige belasting zullen rijzen, waarmee mogelijk grote bedragen zijn gemoeid, omdat belastingdiensten regelmatiger en doelgerichter controles uitvoeren.
- (5)
Om eerlijke en efficiënte belastingstelsels in de Unie tot stand te brengen, is het van essentieel belang dat er een doeltreffend en efficiënt kader voor de beslechting van belastinggeschillen wordt ingevoerd dat voor rechtszekerheid en een bedrijfsvriendelijk klimaat voor investeringen zorgt. De mechanismen ter beslechting van geschillen moeten ook een geharmoniseerd en transparant kader voor de regeling van geschillen bieden en aldus voordelen voor alle belastingplichtigen opleveren.
- (6)
De beslechting van geschillen moet gelden voor een verschillende uitleg en verschillende toepassingen van bilaterale belastingverdragen en van het arbitrageverdrag van de Unie, met name voor een verschillende uitleg en verschillende toepassingen die tot dubbele belasting leiden. Dit moet worden verwezenlijkt aan de hand van een procedure waarbij de zaak in een eerste fase aan de belastingautoriteiten van de betrokken lidstaten wordt voorgelegd met de bedoeling het geschil via een procedure voor onderling overleg te beslechten. De lidstaten moeten worden aangemoedigd om gebruik te maken van niet-bindende alternatieve vormen van geschilbeslechting, zoals bemiddeling of verzoening, tijdens de laatste fasen van de periode van de procedure voor onderling overleg. Indien binnen een bepaalde termijn geen overeenstemming wordt bereikt, moet de zaak worden behandeld in het kader van een geschilbeslechtingsprocedure. Er moet flexibiliteit worden betracht bij het kiezen van de methode voor de geschilbeslechting, hetzij door middel van ad-hocstructuren, hetzij door middel van meer permanente structuren. Geschilbeslechtingsprocedures kunnen de vorm aannemen van een raadgevende commissie, samengesteld uit zowel vertegenwoordigers van de betrokken belastingautoriteiten als vooraanstaande onafhankelijke personen, of van een commissie voor alternatieve geschilbeslechting (waarbij deze laatste voor flexibiliteit bij het kiezen van de methode voor de geschilbeslechting zorgt). Waar passend kunnen de lidstaten voorts, via een bilaterale overeenkomst, kiezen voor het gebruik van andere geschilbeslechtingsprocedures, zoals ‘eindbod’-arbitrage (‘final offer’ arbitration) (ook arbitrage van ‘het laatste beste bod’ (‘last best offer’ arbitration) genoemd), om het geschil op een bindende manier te regelen. De belastingautoriteiten moeten een bindend eindbesluit nemen onder verwijzing naar het advies van een raadgevende commissie of van een commissie voor alternatieve geschilbeslechting.
- (7)
Het verbeterde mechanisme ter beslechting van geschillen moet voortbouwen op binnen de Unie bestaande mechanismen, waaronder het arbitrageverdrag van de Unie. Het toepassingsgebied van deze richtlijn moet echter ruimer zijn dan dat van het arbitrageverdrag van de Unie, dat beperkt is tot verrekenprijsgeschillen en de toerekening van winst aan vaste inrichtingen. Deze richtlijn moet van toepassing zijn op alle belastingplichtigen die onderworpen zijn aan belastingen op inkomsten en vermogen die onder bilaterale belastingverdragen en het arbitrageverdrag van de Unie vallen. Tegelijkertijd moeten de administratieve lasten voor natuurlijke personen, micro-ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen worden verlicht wanneer ze gebruikmaken van de geschilbeslechtingsprocedure. Daarnaast moet de geschilbeslechtingsfase worden versterkt. Het is meer in het bijzonder noodzakelijk om een tijdslimiet vast te stellen voor de duur van de procedures voor de beslechting van geschillen over dubbele belasting en om de voor de belastingplichtigen geldende voorwaarden van de geschilbeslechtingsprocedure vast te leggen.
- (8)
Om eensluidende voorwaarden voor de uitvoering van deze richtlijn te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (4).
- (9)
Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Deze richtlijn beoogt met name te waarborgen dat het recht op een eerlijk proces en de vrijheid van ondernemerschap onverkort worden geëerbiedigd.
- (10)
Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk de vaststelling van een doeltreffende en efficiënte procedure om geschillen te beslechten in de context van de goede werking van de interne markt, niet in voldoende mate door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar wegens de omvang en de gevolgen van de maatregel beter op Unieniveau kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.
- (11)
De Commissie dient na vijf jaar een evaluatie van de toepassing van deze richtlijn te verrichten, en de lidstaten moeten de Commissie daarbij helpen door haar passende informatie te verstrekken,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Voetnoten
Standpunt van 6 juli 2017 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
Standpunt van 22 februari 2017 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
PB L 225 van 20.8.1990, blz. 10.
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).