Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 319 Hernieuwbare energie en energie-efficiëntie
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
Elke Partij bevordert energie-efficiëntie en het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen.
Elke Partij waarborgt dat haar regels inzake vergunningverlening of gelijkwaardige maatregelen die van toepassing zijn op energie uit hernieuwbare bronnen noodzakelijk en evenredig zijn.
2.
De Unie bekrachtigt het streefcijfer voor het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen in het bruto-eindverbruik van energie tegen 2030, zoals neergelegd in Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad1..
De Unie bekrachtigt haar energie-efficiëntiestreefcijfers voor 2030, zoals neergelegd in Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad2..
3.
Het Verenigd Koninkrijk herbevestigt:
- a)
zijn ambitie voor het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen in het bruto-eindverbruik van energie tegen 2030, zoals uiteengezet in zijn nationaal energie- en klimaatplan;
- b)
zijn ambitie voor het absolute niveau van het primaire energieverbruik en het eindenergieverbruik in 2030, zoals uiteengezet in zijn nationaal energie- en klimaatplan.
4.
De Partijen houden elkaar op de hoogte met betrekking tot de in de leden 2 en 3 bedoelde kwesties.
Voetnoten
Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 82).
Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie (PB L 315 van 14.11.2012, blz. 1).