NJB 2015/1348
Bestanddelen ‘zich wederrechtelijk toe-eigenen’ in art. 321 Sr: van zodanig toe-eigenen is sprake indien een persoon zonder daartoe gerechtigd te zijn als heer en meester beschikt over een goed dat aan een ander toebehoort. Aan de enkele omstandigheid dat de verdachte niet ervoor heeft gezorgd dat de auto na afloop van de leaseovereenkomst werd teruggegeven aan degene aan wie de auto toebehoorde, kan niet de conclusie worden verbonden dat de verdachte na afloop van de leaseovereenkomst over de auto ‘als heer en meester is gaan beschikken’
HR 30-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1771
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 juni 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
14/02471
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1771, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑06‑2015
- Wetingang
(Sr art. 321)
Essentie
Bestanddelen ‘zich wederrechtelijk toe-eigenen’ in art. 321 Sr: van zodanig toe-eigenen is sprake indien een persoon zonder daartoe gerechtigd te zijn als heer en meester beschikt over een goed dat aan een ander toebehoort. Aan de enkele omstandigheid dat de verdachte niet ervoor heeft gezorgd dat de auto na afloop van de leaseovereenkomst werd teruggegeven aan degene aan wie de auto toebehoorde, kan niet de conclusie worden verbonden dat de verdachte na afloop van de leaseovereenkomst over de auto ‘als heer en meester is gaan beschikken’
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – (zaak met parketnr. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.