NJB 2018/1830
Voorwaardelijk opzet bij mishandeling in een sport- of spelsituatie: de omstandigheid dat een gedraging is verricht in een sport- of spelsituatie, is geen zelfstandige factor bij de beoordeling van het tenlastegelegde opzet, in die zin dat die omstandigheid tot een beoordeling aan de hand van andere maatstaven zou dienen te leiden dan indien het gaat om een gedraging die buiten zo’n situatie is verricht. In casu kon het hof aannemen dat sprake is van voorwaardelijk opzet in een situatie waarin de verdachte tijdens een voetbalwedstrijd ‘een sliding’ heeft uitgevoerd die hij heeft ingezet toen hij zich schuin achter en in de onmiddellijke nabijheid van zijn tegenspeler bevond, terwijl hij ruimte noch gelegenheid had te glijden waardoor hij ‘daarbij zowel de bal als de man speelde’. Kwalificatie van een zware sport- of spelovertreding als mishandeling: dat een gedraging is verricht in een sport- of spelsituatie kan van belang zijn voor de vraag of het bewezenverklaarde kan worden gekwalificeerd als mishandeling. De deelnemers aan een sport, zoals voetbal, hebben immers tot op zekere hoogte gevaarlijke gedragingen waartoe het spel uitlokt over en weer van elkaar te verwachten, terwijl bij een door duidelijke spelregels afgebakende sport die spelregels mede van belang zijn voor het bepalen van de grenzen van de wederrechtelijkheid. Dat geldt echter niet voor gedragingen die losstaan van een spelsituatie waarbij een speler een andere speler letsel toebrengt, terwijl bij gedragingen die in een spelsituatie plaatsvinden, een speler de spelregels op dusdanige wijze kan schenden en zo gevaarlijk kan handelen dat van het ontbreken van wederrechtelijkheid geen sprake kan zijn. In casu kon het hof oordelen dat de gedragingen kunnen worden gekwalificeerd als ‘mishandeling, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft’, en dat in de onderhavige sportsituatie van het ontbreken van wederrechtelijkheid geen sprake is. Daartoe is mede van belang dat ‘tijdens het handelen van de verdachte er wel sprake was van een sportsituatie, maar dat dit handelen niet binnen de grenzen is gebleven van hetgeen spelers van elkaar hebben te verwachten" en dat de verdachte met zijn actie gevaarlijk spel speelde, ‘hetgeen bovendien een ernstige overtreding van de spelregels van het voetbal opleverde’
HR 25-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1769
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 september 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
17/03921
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1769, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:655, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2018
- Wetingang
(art. 300 Sr)
Essentie
Voorwaardelijk opzet bij mishandeling in een sport- of spelsituatie: de omstandigheid dat een gedraging is verricht in een sport- of spelsituatie, is geen zelfstandige factor bij de beoordeling van het tenlastegelegde opzet, in die zin dat die omstandigheid tot een beoordeling aan de hand van andere maatstaven zou dienen te leiden dan indien het gaat om een gedraging die buiten zo’n situatie is verricht. In casu kon het hof aannemen dat sprake is van voorwaardelijk opzet in een situatie waarin de verdachte tijdens een voetbalwedstrijd ‘een sliding’ heeft uitgevoerd die hij heeft ingezet toen hij zich schuin achter en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.