NJB 2018/1250:Voeging benadeelde partij ter terechtzitting voordat de officier van justitie in de gelegenheid is gesteld overeenkomstig art. 311 het woord te voeren, art. 51g lid 3 Sv: onjuist is de opvatting dat de benadeelde partij in het geding in hoger beroep bevoegd is tot voeging als benadeelde partij ook indien in eerste aanleg de opgave aan de rechter als bedoeld in art. 51g lid 3 Sv is geschied nadat de officier van justitie overeenkomstig art. 311 Sv het woord heeft gevoerd