V-N 2023/51.7
Alleen aan SVB overgemaakte Liechtensteinse premies verrekenbaar met PVV
HR 27-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1407, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 oktober 2023
- Magistraten
Van Eijsden, Wortel, Boerlage, Cools, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
21/05322
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS856476:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Belastbaar loon
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Loonbelasting / Eindheffing
Premieheffing (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑10‑2023
ECLI:NL:HR:2023:1407, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:931, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:904, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑09‑2022
- Wetingang
art. 6 en 73 lid 2 Verordening (EEG) 987/2009; art. 16 Verordening (EEG) nr. 883/2004
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat art. 73 Toepassingsverordening weliswaar van toepassing is, maar dat dit niet leidt tot verrekening van de in Liechtenstein betaalde premies. Voor verrekening van de premies is namelijk vereist dat Liechtenstein de voor X betaalde premies heeft overgemaakt aan de SVB.
Samenvatting
X woont in Nederland en verricht als Rijnvarende werkzaamheden voor het Liechtensteinse A AG. De SVB geeft een A1-verklaring af, waarin de Nederlandse socialezekerheidswetgeving op X van toepassing wordt verklaard. In haar IB-aangifte verzoekt X om PVV-vrijstelling. De inspecteur verleent de vrijstelling niet. Hof Den Haag oordeelt dat X premieplichtig is in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.