Einde inhoudsopgave
Wet tot regeling van het toezicht op psychiatrische patiënten BES
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Redactionele toelichting
De wijzigingsopdracht betreffende de zinsnede 'Instellingen' komt niet overeen met de te wijzigen tekst.
- Bronpublicatie:
25-08-2023, Stb. 2023, 293 (uitgifte: 13-09-2023, kamerstukken: 36002)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2023, Stb. 2023, 323 (uitgifte: 04-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht (V)
Gezondheidsrecht / Individuele gezondheidszorg
1.
Onverminderd het elders in de artikelen van deze wet bepaalde, zijn de ambtenaren van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd belast met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze wet bepaalde.
2.
De krachtens de eerste lid aangewezen personen zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd:
- a.
vrijelijk alle inlichtingen te vragen;
- b.
inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen;
- c.
goederen aan opneming en onderzoek te onderwerpen en deze daartoe tijdelijk mee te nemen;
- d.
alle plaatsen, met uitzondering van woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen;
- e.
woningen, waar psychiatrische patiënten worden verpleegd of een zodanige verpleging wordt vermoed, zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner binnen te treden.
3.
Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, verschaft met behulp van de sterke arm.
4.
Op het binnentreden in woningen als bedoeld in het tweede lid, onderdeel e, is titel X van het Derde boek van het Wetboek van Strafvordering BES van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de artikelen 155, vierde lid, 156, tweede lid, 157, tweede en derde lid, 158, eerste lid, laatste zinsnede, en 160, eerste lid, en met dien verstande dat de machtiging wordt verleend door de Gezaghebber.
5.
In de psychiatrische ziekenhuizen wordt te allen tijde vrije toegang verleend aan de Procureur-Generaal, de desbetreffende inspecteur en de Gezaghebber van het betrokken openbaar lichaam.
6.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid aangewezen personen.
7.
Een ieder is verplicht aan de krachtens het eerste lid aangewezen personen alle medewerking te verlenen die op grond van het tweede lid wordt gevorderd.
8.
Zij, die psychiatrische patiënten verplegen of die een psychiatrisch ziekenhuis besturen, alsmede de daaraan verbonden geneeskundigen, geven aan de Procureur-Generaal, de inspecteur en aan de Gezaghebber van het betrokken openbaar lichaam de verlangde inlichtingen.