V-N Vandaag 2024/1784
Geen deelnemersboete voor adviseur door ontbreken toestemming
HR 06-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1132
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 september 2024
- Zaaknummer
22/01348
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Belastingadviseur
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2024
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2024
ECLI:NL:HR:2024:1132, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑09‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:661, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑07‑2023
- Wetingang
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (BWBV0001000, 6)Wetboek van Strafvordering (BWBR0001903, 530)Algemene wet bestuursrecht (BWBR0005537, 8:75)Algemene wet bestuursrecht (BWBR0005537, 8:42)Algemene wet inzake rijksbelastingen (BWBR0002320, 67e)Algemene wet bestuursrecht (BWBR0005537, 5:1)
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de toestemmingseis van hogerhand is bedoeld als waarborg voor de betrokkenen, met name om tegemoet te komen aan de maatschappelijke onrust die is veroorzaakt door de invoering van de vierde tranche van de Awb, waardoor de kring van degenen aan wie een boete kan worden opgelegd, is uitgebreid.
Samenvatting
X NV is als belastingadviseur betrokken bij een structuur van twee klanten, waarvan twee Guernsey-LTD’s deel uitmaken. Beoogd is om hiermee de lucratiefbelangregeling per 1 januari 2009 te verzachten. Aan de LTD’s zijn VPB-navorderingsaanslagen opgelegd, omdat zij feitelijk in Nederland zouden zijn gevestigd (zie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.