NJ 2022/274
Pensioenverevening op voet Wet verevening pensioenrechten na scheiding (Wvps); pensioen opgebouwd in eigen vennootschap; verplichting tot ‘afstorting’ commerciële waarde pensioenaanspraak. Huwelijksvermogensrecht; vergoedingsrecht (art. 1:94 (oud) BW).
HR 15-07-2022, ECLI:NL:HR:2022:1080
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 juli 2022
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/00802
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS663356:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1080, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑07‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1232, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑12‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑07‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑02‑2021
- Wetingang
Essentie
Pensioenverevening op voet Wet verevening pensioenrechten na scheiding (Wvps); pensioen opgebouwd in eigen vennootschap; verplichting tot ‘afstorting’ commerciële waarde pensioenaanspraak. Huwelijksvermogensrecht; vergoedingsrecht (art. 1:94 (oud) BW).
Samenvatting
De Hoge Raad herhaalt zijn vaste rechtspraak over pensioenverevening (HR 14 februari 2020, NJ 2020/149, m.nt. S.F.M. Wortmann).
Op de ontbonden huwelijksgemeenschap van partijen is art. 1:94 (oud) BW van toepassing. Op grond van art. 1:94 lid 2, onder a, (oud) BW komt het onder uitsluitingsclausule door de man ontvangen bedrag uitsluitend aan hem toe. Heeft de man met het geld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.