Einde inhoudsopgave
Smartengeld 1998/3.4.2.2
3.4.2.2 Schade die in geld is uit te drukken
prof. mr. S.D. Lindenbergh, datum 21-06-1998
- Datum
21-06-1998
- Auteur
prof. mr. S.D. Lindenbergh
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Zie bijv. ev I, PG Bk 6, p. 388: 'Een vermogensvermindering kan immers in beginsel in geld worden uitgedrukt, terwijl dit bij andere nadelen, zoals leed, nu juist niet het geval is.' Zie voorts in deze zin Bloembergen 1982, nr. 27; Overeem 1979, p. 1 en De Groot 1982, p. 125. Dit sluit ook aan bij het Engelse woordgebruik waar men spreekt van 'non-pecuniary damages' en is tevens in Duitsland gemeengoed. Zie Deutsch 1993, nr. 465 en Larenz 1987, § 29 I sub c.
In veel gevallen is begroting van vermogensschade minstens zo moeilijk als begroting van immateriële schade. Men denke bijv. aan vermogensschade als gevolg van schending van een reputatie of wegens oneerlijke concurrentie, maar ook aan begroting van schade door verlies van arbeidsvermogen, die met veel onzekerheden is omgeven.
Vgl. art. 3:6, dat op zijn minst een vermoeden van economische waarde impliceert.
Voor het Duitse recht in deze zin Larenz 1987, § 29 I c. Kennelijk in andere zin Deutsch 1993, nr. 464.
Men denke aan het recht op gebruik en bewoning (art. 3:226).
Lange 1990, § 6III en Larenz 1987, § 29 Ic.
Zo heeft het BGH bij de vergoeding van gemiste gebruiksmogelijkheden van een zaak naast de 'meetbaarheid in geld' ook als criterium gehanteerd of de zaak naar verkeersopvatting vermogenswaarde toekomt. Zie hierover Tolk 1977, p. 26 en ook (kritisch) Larenz 1987, § 29II c.
Zie ook hiervoor § 2.5.2.2.
Ter onderscheiding van 'ander nadeel' wordt vermogensschade ook wel omschreven als schade die in geld is uit te drukken.1 Wanneer men vermogensschade ziet als schade aan het vermogen in financieel-economische zin, is dit ook een logisch gevolg. Hiermee is overigens niet gezegd dat vermogensschade ook steeds eenvoudig in geld is te begroten.2
Voor de vraag of een bepaald nadeel in geld is uit te drukken, is bepalend of het aangetaste goed in het economische verkeer een zekere waarde vertegenwoordigt. Dit zal doorgaans het geval zijn bij zaken en vermogensrechten,3 maar dat hoeft niet. Men denke aan zaken met louter affectieve waarde. Niet is vereist dat het goed overdraagbaar is.4 Ook goederen die niet overdraagbaar zijn kunnen immers een waarde in geld vertegenwoordigen.5
In het Duitse recht, waar vermogensschade vooral wordt benaderd als aantasting van 'Vermögensgüter', wordt voor de afbakening van deze 'Güter' ook gebruik gemaakt van het criterium of hun waarde in geld meetbaar is. De stelling, dat alle goederen die voor geld verkrijgbaar zijn 'Vermögensgüter' zijn, wordt evenwel te ruim bevonden,6 omdat daar dan ook gezondheid, lichamelijk welzijn en geestelijk genot onder zouden vallen. Dit heeft ertoe geleid dat in het Duitse recht steeds is gezocht naar grenzen aan de 'Kommer-zialisierung'.7 In het algemeen lijkt mij het criterium of een goed in het maatschappelijk verkeer voor geld verkrijgbaar is niettemin zinvol, waarmee overigens niet is gezegd dat iedere aantasting van wat zich op deze wijze als vermogensbestanddeel laat aanmerken dient te worden vergoed tegen de prijs die daarvoor is betaald.
Met het feit dat vermogensschade in geld is uit te drukken en ander nadeel niet, mag overigens niet worden verward dat een vergoeding voor dat andere nadeel wel degelijk in geld is uit te drukken.8