Einde inhoudsopgave
Arbeidsgeschillenwet 1946 BES
Artikel 3b
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2012
- Bronpublicatie:
01-12-2011, Stb. 2011, 618 (uitgifte: 20-12-2011, kamerstukken: 33015)
- Inwerkingtreding
01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2011, Stb. 2011, 619 (uitgifte: 20-12-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
Indien in een bij ministeriële regeling genoemd bedrijf een geschil is ontstaan of dreigt te ontstaan, is het in de in die regeling genoemde bedrijven verboden naar aanleiding van dat geschil het verrichten van arbeid of werkzaamheden waartoe de werknemers zich uitdrukkelijk hebben verbonden of waartoe zij uit kracht van een overeenkomst verplicht zijn, geheel of gedeeltelijk te staken, te weigeren, na te laten, of zodanige arbeid of werkzaamheden al dan niet voorwaardelijk of al dan niet met inachtneming van een termijn op te zeggen, totdat de bemiddeling van de bemiddelaar ter vereffening of ter voorkoming van het geschil zal zijn geëindigd.
2.
Indien in een bedrijf als bedoeld in het vorige lid een geschil is ontstaan dat tot staking of uitsluiting in dat bedrijf aanleiding geeft of naar het oordeel van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan geven, of indien in een zodanig bedrijf een staking of uitsluiting reeds is ingetreden, is het — onverminderd het bepaalde in het eerste lid — gedurende een door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te bepalen termijn van ten hoogste negentig dagen verboden in zodanig bedrijf naar aanleiding van het geschil het verrichten van arbeid of werkzaamheden waartoe de werknemers zich uitdrukkelijk hebben verbonden of waartoe zij uit kracht van een overeenkomst verplicht zijn, geheel of gedeeltelijk te staken, te weigeren, na te laten, of zodanige arbeid of werkzaamheden al dan niet voorwaardelijk of al dan niet met inachtneming van een termijn op te zeggen.