NJB 2013/153:Na verwijzing of terugwijzing van de zaak door de Hoge Raad gelden wat betreft door de verdediging gedane opgave van getuigen en deskundigen art. 263 en 264 Sv onverkort (vgl. HR 16 februari 2010, LJN BL3964, NJ 2010/262). Anders dan art. 410 lid 3, 414 lid 2 tweede volzin, en 418 lid 3 Sv, is art. 418 lid 2 Sv op die procedure wel van toepassing. Toepasselijkheid verdedigingsbelangcriterium van art. 288 lid 1 aanhef en onder c Sv – en dus niet van noodzaakcriterium – op een tijdig schriftelijk opgegeven getuige wanneer zich niet de in art. 418 lid 2 Sv bedoelde situatie voordoet