NJB 2013/153
Na verwijzing of terugwijzing van de zaak door de Hoge Raad gelden wat betreft door de verdediging gedane opgave van getuigen en deskundigen art. 263 en 264 Sv onverkort (vgl. HR 16 februari 2010, LJN BL3964, NJ 2010/262). Anders dan art. 410 lid 3, 414 lid 2 tweede volzin, en 418 lid 3 Sv, is art. 418 lid 2 Sv op die procedure wel van toepassing. Toepasselijkheid verdedigingsbelangcriterium van art. 288 lid 1 aanhef en onder c Sv – en dus niet van noodzaakcriterium – op een tijdig schriftelijk opgegeven getuige wanneer zich niet de in art. 418 lid 2 Sv bedoelde situatie voordoet
HR 11-12-2012, ECLI:NL:HR:2012:BY5546
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 december 2012
- Magistraten
(Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman en V. van den Brink)
- Zaaknummer
11/04949
- LJN
BY5546
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BY5546, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑12‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BY5546, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑12‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑04‑2012
- Wetingang
Essentie
Na verwijzing of terugwijzing van de zaak door de Hoge Raad gelden wat betreft door de verdediging gedane opgave van getuigen en deskundigen art. 263 en 264 Sv onverkort (vgl. HR 16 februari 2010, LJN BL3964, NJ 2010/262). Anders dan art. 410 lid 3, 414 lid 2 tweede volzin, en 418 lid 3 Sv, is art. 418 lid 2 Sv op die procedure wel van toepassing. Toepasselijkheid verdedigingsbelangcriterium van art. 288 lid 1 aanhef en onder c Sv – en dus niet van noodzaakcriterium – op een tijdig schriftelijk opgegeven getuige wanneer zich niet de in art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.