Einde inhoudsopgave
Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen
Artikel 28.04 Aanvullende vereisten
Geldend
Geldend vanaf 07-10-2018
- Bronpublicatie:
07-09-2018, Stcrt. 2018, 50756 (uitgifte: 26-09-2018, regelingnummer: IENW/BSK-2018/156621)
- Inwerkingtreding
07-10-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-09-2018, Stcrt. 2018, 50756 (uitgifte: 26-09-2018, regelingnummer: IENW/BSK-2018/156621)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Vaartuigen met een lengte L van meer dan 110 m moeten:
- a)
beschikken over een meerschroefsaandrijving met ten minste twee van elkaar onafhankelijke aandrijfmotoren met eenzelfde vermogen en een vanuit het stuurhuis bedienbare boegschroefinstallatie die ook werkt indien het vaartuig niet geladen is;
of
beschikken over een enkelschroefsaandrijving en een vanuit het stuurhuis bedienbare boegschroefinstallatie. De boegschroefinstallatie moet voorzien zijn van een eigen energieverzorging, ook werken indien het vaartuig niet geladen is en bij uitval van de hoofdaandrijving het voortbewegen op eigen kracht mogelijk maken;
- b)
beschikken over een navigatieradarinstallatie met bochtaanwijzer als bedoeld in artikel 7.06, eerste lid;
- c)
beschikken over een vast ingebouwde lensinrichting als bedoeld in artikel 8.08;
- d)
voldoen aan de eisen van artikel 31.09, eerste lid, onderdeel 1.
2.
In afwijking van het eerste lid en rekening houdend met de in de lidstaten geldende politievoorschriften op sommige gedeelten van het vaarwater, voor vaartuigen met een lengte L van meer dan 110 m — met uitzondering van passagiersschepen — die:
- a)
aan de voorschriften van eerste lid, onderdelen a tot en met d voldoen;
- b)
in geval van averij in het middelste derde deel van het vaartuig, zonder dat de inzet van zwaar bergingsmaterieel noodzakelijk is, kunnen worden gedeeld, waarbij de gedeelde stukken van het vaartuig na het delen moeten kunnen blijven drijven;
- c)
over een bewijs van een erkend classificatiebureau beschikken, waarmee het drijfvermogen, de trimsituatie en de stabiliteit van de gedeelde stukken van het schip worden aangetoond en waaruit tevens blijkt vanaf welke beladingstoestand het drijfvermogen van de beide delen niet meer gewaarborgd is, waarbij in dit laatste geval het bewijs aan boord aanwezig moet zijn;
- d)
als dubbelwandig schip volgens het ADN zijn gebouwd. Motorschepen moeten aan 9.1.0.91 tot en met 9.1.0.95 en tankschepen aan 9.3.2.11.7 en 9.3.2.13 tot en met 9.3.2.15 van Deel 9 van het ADN voldoen;
- e)
over een meerschroefsaandrijving overeenkomstig het eerste lid, onderdeel a, eerste alinea, beschikken;
moet in het binnenschipcertificaat onder nummer 52 een notitie worden opgenomen dat zij voldoen aan alle eisen van de onderdelen a tot en met e.
3.
In afwijking van het eerste lid en rekening houdend met de in de lidstaten geldende politievoorschriften op sommige gedeelten van het vaarwater, voor passagiersschepen met een lengte L van meer dan 110 m, die:
- a)
aan de voorschriften van eerste lid, onderdelen a tot en met d voldoen;
- b)
onder toezicht van een erkend classificatiebureau voor de hoogste klasse daarvan zijn gebouwd of omgebouwd, hetgeen moet worden bevestigd door een verklaring van het classificatiebureau en waarbij de lopende klasse niet vereist is;
- c)
hetzij
een dubbele bodem met een hoogte van ten minste 600 mm hebben, en een schotindeling hebben die garandeert dat het schip bij vollopen van twee willekeurige, naast elkaar gelegen waterdichte compartimenten niet inzinkt tot onder de indompelingsgrenslijn en er een resterende veiligheidsafstand van 100 mm blijft bestaan;
hetzij
een dubbele bodem met een hoogte van ten minste 600 mm hebben, en een dubbele romp met een afstand tussen de buitenwand van het schip en het langsschot van ten minste 800 mm hebben;
- d)
beschikken over een meerschroefsaandrijving met ten minste twee van elkaar onafhankelijke aandrijfmotoren met eenzelfde vermogen en een vanuit het stuurhuis bedienbare boegschroefinstallatie die zowel in de lengte- als dwarsrichting werkt;
- e)
de hekankers van uit het stuurhuis direct kunnen presenteren;
moet in het binnenschipcertificaat onder nummer 52 een notitie worden opgenomen dat zij voldoen aan alle eisen van de onderdelen a tot en met e.