Einde inhoudsopgave
Besluit bouwwerken leefomgeving
Artikel 7.22 (eindbeoordeling asbestverwijdering)
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2024
- Bronpublicatie:
19-06-2024, Stb. 2024, 184 (uitgifte: 24-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-06-2024, Stb. 2024, 184 (uitgifte: 24-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Degene die in een binnenruimte een handeling laat verrichten als bedoeld in artikel 7.20, eerste lid, zorgt er voor dat onmiddellijk na het verrichten van die handeling een eindbeoordeling wordt uitgevoerd in overeenstemming met het bepaalde bij of krachtens de artikelen 4.51a, eerste, tweede, vierde en zesde lid, en 4.53c van het Arbeidsomstandighedenbesluit.
2.
Degene die in de buitenlucht een handeling laat verrichten als bedoeld in artikel 7.20, eerste lid, zorgt er voor dat onmiddellijk na het verrichten van die handeling een visuele inspectie wordt uitgevoerd in overeenstemming met het bepaalde bij of krachtens artikel 4.51a, derde, vierde en zesde lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit.
3.
In een binnenruimte worden geen andere werkzaamheden verricht aan het bouwwerk waarvoor een handeling als bedoeld in artikel 7.20, eerste lid , is verricht, zolang niet een eindbeoordeling is uitgevoerd of als uit de eindbeoordeling volgt dat er ter plaatse nog visueel waarneembaar asbest aanwezig is of de concentratie asbestvezels in de lucht, bedoeld in de artikelen 4.51a, tweede lid, en 4.53c van het Arbeidsomstandighedenbesluit , wordt overschreden.
4.
In de buitenlucht worden geen andere handelingen verricht aan het bouwwerk waarvoor een handeling als bedoeld in artikel 7.20, eerste lid, is verricht, zolang de visuele inspectie niet is uitgevoerd of als uit de visuele inspectie volgt dat het te verwijderen asbest op de plaats van de handeling nog visueel waarneembaar is.