Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 1176/2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden
Artikel 14 Economische dialoog
Geldend
Geldend vanaf 13-12-2011
- Bronpublicatie:
16-11-2011, PbEU 2011, L 306 (uitgifte: 23-11-2011, regelingnummer: 1176/2011)
- Inwerkingtreding
13-12-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2011, PbEU 2011, L 306 (uitgifte: 23-11-2011, regelingnummer: 1176/2011)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / Begroting
1.
Om de dialoog tussen de instellingen van de Unie, in het bijzonder het Europees Parlement, de Raad en de Commissie te bevorderen en te zorgen voor meer transparantie en verantwoordelijkheid, kan de bevoegde commissie van het Europees Parlement de voorzitter van de Raad, de Commissie en indien nodig de voorzitter van de Europese Raad of de voorzitter van de Eurogroep in de commissie uitnodigen om het volgende te bespreken:
- a)
de informatie over de globale richtsnoeren voor het economisch beleid die de Raad overeenkomstig artikel 121, lid 2, VWEU heeft verstrekt;
- b)
de algemene richtsnoeren voor de lidstaten die de Commissie aan het begin van de jaarlijkse toezichtcyclus uitvaardigt;
- c)
de conclusies van de Europese Raad met betrekking tot richtsnoeren voor het economisch beleid in het kader van het Europees semester;
- d)
de resultaten van het multilaterale toezicht dat op grond van deze verordening is uitgeoefend;
- e)
de conclusies van de Europese Raad met betrekking tot de richtsnoeren voor en de resultaten van het multilaterale toezicht;
- f)
een beoordeling van de uitoefening van het multilaterale toezicht aan het einde van het Europees semester;
- g)
de aanbevelingen die overeenkomstig artikel 7, lid 2, artikel 8, lid 2, en artikel 10, lid 4, van deze verordening zijn gedaan.
2.
De bevoegde commissie van het Europees Parlement kan de lidstaat die het onderwerp is van een aanbeveling of besluit van de Raad overeenkomstig artikel 7, lid 2, artikel 8, lid 2, of artikel 10, lid 4, de gelegenheid bieden om deel te nemen aan een gedachtewisseling.
3.
De Raad en de Commissie informeren op regelmatige basis het Europees Parlement over de resultaten van de toepassing van deze verordening.