Einde inhoudsopgave
Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie
Artikel 1 [Definities]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2009
- Bronpublicatie:
24-10-2008, Stb. 2008, 425 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 30551)
- Inwerkingtreding
01-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-10-2008, Stb. 2008, 425 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 30551)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Onze Minister: Onze Minister van Justitie;
buitenlands kind: een buiten Nederland geboren, de Nederlandse nationaliteit niet bezittende minderjarige in de zin van de Nederlandse wet, die in Nederland met het oog op adoptie in een ander gezin dan het ouderlijke wordt of zal worden verzorgd en opgevoed in zodanige omstandigheden dat de verzorgers in feite de plaats van de ouders innemen;
aspirant-adoptiefouders: echtgenoten of een persoon die een buitenlands kind met het oog op adoptie wensen op te nemen of hebben opgenomen;
adoptiefouders: echtgenoten of een persoon die een buitenlands kind hebben geadopteerd;
beginseltoestemming: de schriftelijke mededeling van Onze Minister omschreven in artikel 2;
vergunninghouder: de rechtspersoon die houder is van een vergunning als bedoeld in de artikelen 15 en 16.
bemiddeling: elke activiteit van een vergunninghouder gericht op totstandkoming van, of ondersteuning bij, de plaatsing van een buitenlands kind met het oog op adoptie bij aspirant-adoptiefouders.