Notawisseling tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika nopens de uitbreiding van de werking van het Verdrag met betrekking tot belastingen van inkomsten en bepaalde andere belastingen tot de Nederlandse Antillen
No. II
Geldend
Geldend vanaf 10-11-1955. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-1955
- Bronpublicatie:
10-11-1955, Trb. 1956, 108 (uitgifte: 03-09-1956, regelingnummer: FA/1156)
- Inwerkingtreding
10-11-1955, terugwerkend tot: 01-01-1955
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-11-1955, Trb. 1956, 108 (uitgifte: 03-09-1956, regelingnummer: FA/1156)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Ministerie van
Buitenlandse Zaken
Washington
De Minister van Buitenlandse Zaken biedt de Tijdelijk Zaakgelastigde der Nederlanden zijn complimenten aan en bevestigt de ontvangst van de nota van de Ambassadeur van 24 juni 1952, no. FA/1156, waarin aan de Regering van de Verenigde Staten de wens van de Regering der Nederlandse Antillen werd overgebracht, de werking van het op 29 april 1948 te Washington ondertekende Verdrag tussen de Verenigde Staten van Amerika en het Koninkrijk der Nederlanden met betrekking tot belastingen van inkomsten en bepaalde andere belastingen met zekere beperkingen tot de Nederlandse Antillen uit te breiden. Eveneens wordt de ontvangst bevestigd van een Engelse vertaling van de Landsverordeningen welke de inkomstenbelasting en de winstbelasting in het gebied van de Nederlandse Antillen regelen.
De kwestie van de uitbreiding van de werking van voornoemd Verdrag tot de Nederlandse Antillen zal door de daarvoor in aanmerking komende autoriteiten van de Regering der Verenigde Staten worden bestudeerd en het onderwerp vormen van een op een later tijdstip tot de Ambassade te richten nadere mededeling.
Krachtens de bepalingen van artikel XXVII (2) van het Verdrag zou de toepassing van het Verdrag op de Nederlandse Antillen ingaan op de eerste januari volgende op de datum van een door de Verenigde Staten aan Nederland te richten mededeling van aanvaarding van genoemde uitbreiding. Voordat een dergelijke mededeling van aanvaarding kan worden gedaan, dient echter te worden opgemerkt dat het, ingevolge verzekeringen welke aan de Amerikaanse Senaat werden gegeven ten tijde dat de goedkeuring van het Verdrag bij de Senaat in behandeling was, noodzakelijk zal zijn de goedkeuring van de Senaat te verkrijgen ten aanzien van de voorgestelde uitbreiding van het Verdrag tot de Nederlandse Antillen. Daar de Senaat onlangs op reces is gegaan en niet voor 3 januari 1953 weer bijeen zal komen, tenzij hij door de President van de Verenigde Staten in een speciale zitting wordt bijeengeroepen, lijkt het niet mogelijk dat de uitbreiding van de werking van het Verdrag tot de Nederlandse Antillen kan plaats vinden op 1 januari 1953, de datum welke werd genoemd in bovengenoemde nota van de Ambassadeur.
Ministerie van Buitenlandse Zaken,
Washington, 7 augustus 1952.