V-N 2024/12.11
Zonder overlegging dividendnota’s volgens A-G geen recht op teruggaaf dividendbelasting 2004-2006
HR (Parket) 02-02-2024, ECLI:NL:PHR:2024:151, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
2 februari 2024
- Zaaknummer
23/02600
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS946737:1
- Vakgebied(en)
Dividendbelasting / Belastingplicht
Vennootschapsbelasting / Beleggingsinstelling
Dividendbelasting / Heffingswijze
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:474, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:151, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 02‑02‑2024
- Wetingang
Essentie
Advocaat-generaal Wattel concludeert dat het juist met een goede procesorde strookt dat de vordering tot teruggaaf wordt afgewezen als X bij betwisting niets doet om aannemelijk te maken dat een recht op teruggaaf bestaat. Wie stelt, draagt bij betwisting het bewijsrisico.
Samenvatting
Het Duitse beleggingsfonds X verzoekt om teruggaaf van de ingehouden dividendbelasting over het tijdvak 1 mei 2004-30 april 2006. De inspecteur wijst dit verzoek af. Volgens X heeft zij op grond van het EU-recht recht op teruggaaf van de dividendbelasting, omdat zij vergelijkbaar is met een fbi. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het Duitse X geen recht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.