NJB 2019/935:Beslaglegging ‘krachtens de wet’ als bedoeld in art. 198 lid 1 Sr: njuist is de opvatting dat het verzuim het beslag tijdig te betekenen aan de eigenaar van de beslagen zaken, de geldigheid van het beslag aantast. Onttrekken in de zin van art. 198 Sr: daarvoor is niet relevant of de beslaglegger door de aan de verdachte verweten gedraging benadeeld – of bevoordeeld – is, aangezien art. 198 Sr niet beoogt de belangen van de beslaglegger te beschermen doch strekt tot eerbiediging van een daad van het openbaar gezag