NJB 2015/763
Witwassen door het voorhanden hebben van een voorwerp dat afkomstig is uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf: Hoge Raad herhaalt de daarvoor geldende rechtsregels (vgl. HR 17 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:2001, NJ 2014/75 en HR 25 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:702, NJ 2014/302). Hoge Raad schetst drie situaties waarin het oordeel dat niet sprake is van een onmiddellijk uit eigen misdrijf afkomstig voorwerp vooral niet begrijpelijk zal kunnen zijn. In casu niet onbegrijpelijk oordeel dat niet ‘aannemelijk’ is geworden dat de geldbedragen onmiddellijk afkomstig zijn uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf
HR 07-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:888
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 april 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, Y. Buruma, N. Jörg, V. van den Brink
- Zaaknummer
S 13/00653
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:888, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑04‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2863, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑12‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑08‑2014
- Wetingang
(Sr art. 420bis)
Essentie
Witwassen door het voorhanden hebben van een voorwerp dat afkomstig is uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf: Hoge Raad herhaalt de daarvoor geldende rechtsregels (vgl. HR 17 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:2001, NJ 2014/75 en HR 25 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:702, NJ 2014/302). Hoge Raad schetst drie situaties waarin het oordeel dat niet sprake is van een onmiddellijk uit eigen misdrijf afkomstig voorwerp vooral niet begrijpelijk zal kunnen zijn. In casu niet onbegrijpelijk oordeel dat niet ‘aannemelijk’ is geworden dat de geldbedragen onmiddellijk afkomstig zijn uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.