NJB 2015/763:Witwassen door het voorhanden hebben van een voorwerp dat afkomstig is uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf: Hoge Raad herhaalt de daarvoor geldende rechtsregels (vgl. HR 17 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:2001, NJ 2014/75 en HR 25 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:702, NJ 2014/302). Hoge Raad schetst drie situaties waarin het oordeel dat niet sprake is van een onmiddellijk uit eigen misdrijf afkomstig voorwerp vooral niet begrijpelijk zal kunnen zijn. In casu niet onbegrijpelijk oordeel dat niet ‘aannemelijk’ is geworden dat de geldbedragen onmiddellijk afkomstig zijn uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf