Inhoudsopgave
WFR 2023/335:Over het belang van buitenlandse compenserende heffing in de dividendbelasting en AB-sfeer
WFR 2023/335
Over het belang van buitenlandse compenserende heffing in de dividendbelasting en AB-sfeer
Documentgegevens:
A.W. Ravelli, LLM, datum 11-12-2023
- Datum
11-12-2023
- Auteur
A.W. Ravelli, LLM1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS935630:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Deelnemingsvrijstelling
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Bronbelasting (V)
Europees belastingrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
Fiscaal bestuursrecht / Fraus legis en richtige heffing
- Wetingang
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Auteur betoogt dat de antimisbruikregels in de dividendbelasting en AB-sfeer, conform de HR-jurisprudentie inzake de (thans EU-conform toe te passen) fraus legisdoctrine, rekening zouden moeten houden met buitenlandse compenserende heffing en daardoor momenteel strijdig zijn met EU-recht.
1. Inleiding
In deze bijdrage bespreek ik een opvallend verschil tussen de antimisbruikbepalingen die onze belastingwet kent, waarbij ik focus op dergelijke bepalingen in de vennootschapsbelasting, dividendbelasting en bronbelasting. In sommige van die antimisbruikbepalingen speelt de vraag of sprake is van (voldoende) buitenlandse heffing een belangrijke rol. Denk hierbij onder andere aan art. 8bb tot en met 8bd, 10a, 12aa, 13 lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.