RvdW 2010/1426
Inzendtermijn en onredelijke vertraging.
HR 23-11-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN7103
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 november 2010
- Magistraten
Mrs. B.C. de Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
09/01538 P
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BN7103
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN7103, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑11‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN7103, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑09‑2010
Essentie
Inzendtermijn en onredelijke vertraging.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 27 januari 2009, nummer 22/005778-08, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: [Betrokkene]. Adv. Mr. J.A. Huibers, te Amsterdam, Mr. S.M. Krans, te Amsterdam.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft mr. S.M. Krans, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.