Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Canada
Artikel XVIII Hoogte van de uitkeringen
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2004
- Bronpublicatie:
27-06-2001, Trb. 2001, 127 (uitgifte: 03-08-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-08-2004, Trb. 2004, 209 (uitgifte: 30-08-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk:
- —
wordt onder ‘inkomensafhankelijke uitkeringen’ verstaan, wat Canada betreft, een gegarandeerde inkomensaanvulling en de toeslag krachtens de ‘Old Age Security Act’ (Wet op de ouderdomsverzekering); en wat Nederland betreft, de toeslag;
- —
wordt onder ‘partner’ verstaan de persoon zoals gedefinieerd in de Nederlandse Algemene Ouderdomswet;
- —
wordt onder ‘gepensioneerde’ verstaan, wat Canada betreft, de persoon die recht heeft op de uitbetaling van een pensioen krachtens de ‘Old Age Security Act’ (Wet op de Ouderdomsverzekering); en wat Nederland betreft, de persoon die recht heeft op de uitbetaling van een pensioen krachtens de Algemene Ouderdomswet;
- —
wordt onder ‘echtgenoot/partner’ verstaan de persoon die recht heeft op de uitbetaling van de toeslag krachtens de ‘Old Age Security Act’ (Wet op de Ouderdomsverzekering) van Canada vanwege de omstandigheid dat hij of zij de echtgenoot/partner is van een gepensioneerde.
2.
Onder voorbehoud van het bepaalde in paragraaf 4, zullen, in het geval een persoon zowel echtgenoot/partner als partner van de gepensioneerde is, de bevoegde organen van Canada en Nederland het bedrag van de uit te betalen inkomensafhankelijke uitkeringen aan die persoon en die gepensioneerde als volgt vaststellen:
- a.
Het bevoegde orgaan van Canada zal:
- i.
het gecombineerde inkomen van de pensioengerechtigde en de echtgenoot/partner berekenen in overeenstemming met de bepalingen van de ‘Old Age Security Act’ (Wet op de Ouderdomsverzekering), in welke berekening het bedrag van iedere toeslag die tot uitbetaling komt aan de gepensioneerde ten behoeve van de partner op basis van de Nederlandse wetgeving buiten beschouwing blijft;
- ii.
op basis van het aldus berekende inkomen het respectievelijk aan de gepensioneerde en het uit te betalen bedrag van de gegarandeerde inkomensaanvulling en de toeslag voor de echtgenoot/partner bepalen;
- iii.
het Nederlandse bevoegde orgaan op de hoogte brengen van het bedrag van de uit te betalen toeslag voor de echtgenoot/partner.
- b.
Het bevoegde orgaan van Nederland zal:
- i.
het theoretische bedrag van de toeslag ten behoeve van de partner krachtens de Algemene Ouderdomswet, welk, onder voorbehoud van het bepaalde in de volgende sub-paragraaf, aan de gepensioneerde uit te betalen zou zijn, berekenen, in welke berekening het bedrag van de toeslag krachtens de wetgeving van Canada buiten beschouwing blijft;
- ii.
het feitelijke bedrag van de aan de gepensioneerde uit te betalen toeslag ten behoeve van de partner bepalen door het theoretische bedrag te verminderen met het volledige bedrag van de toeslag welke aan de echtgenoot/partner wordt uitbetaald door het bevoegde orgaan van Canada.
3.
Bij de toepassing van sub-paragraaf 2, onder b, (ii), zal het bevoegde Nederlandse orgaan voor de omrekening van het bedrag van de toeslag naar de valuta van Nederland gebruik maken van de volgende wisselkoersen:
- a.
voor de periode van de eerste twaalf maanden volgend op de datum waarop de meest recente van de twee inkomensafhankelijke uitkeringen tot uitbetaling komt, de wisselkoers van die datum; en
- b.
voor iedere volgende periode van twaalf maanden, de wisselkoers van de dag in die twaalfmaandsperiode waarop in een voorgelegen jaar de meest recente van de twee inkomens afhankelijke uitkeringen tot uitbetaling kwam.
4.
Niettegenstaande elke andere bepaling van dit Verdrag zal dit hoofdstuk niet van toepassing zijn op een persoon die echtgenoot/partner is op de datum van de inwerkingtreding van dit Verdrag.