Einde inhoudsopgave
Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 24-02-2024. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 08-01-2024
- Bronpublicatie:
15-02-2024, Stcrt. 2024, 5655 (uitgifte: 23-02-2024, regelingnummer: 5124146/24/DP&O)
- Inwerkingtreding
24-02-2024, terugwerkend tot: 08-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-02-2024, Stcrt. 2024, 5655 (uitgifte: 23-02-2024, regelingnummer: 5124146/24/DP&O)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bestuur
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
De directie Wetgeving en Juridische Zaken (DWJZ) is belast met de ontwikkeling, de totstandkoming, het beheer en het onderhoud van justitie- en veiligheidswetgeving en van andere wetgeving voor zover deze tot het werkterrein van een dienstonderdeel van het ministerie behoort, alsmede met het ontwikkelen en uitdragen van het wetgevingsbeleid en de toetsing van ontwerpwetgeving van de ministeries op rechtsstatelijke en bestuurlijke kwaliteit, met inbegrip van de constitutionele, Europeesrechtelijke en internationaalrechtelijke toetsing van wetgeving.
2.
De directie is tevens belast met:
- a.
het in ondermandaat dan wel met volmacht of machtiging van de hoofden van de clusters en het hoofd van het Wetenschappelijk Onderzoek en Datacentrum (WODC) behandelen van bezwaar- en beroepschriften, verzoeken om voorlopige voorziening, aansprakelijkstellingen, verzoeken om schadevergoeding en civielrechtelijke procedures;
- b.
het ten behoeve van de hoofden van de clusters opstellen van overeenkomsten en convenanten, anders dan op het gebied van inkoop en aanbesteding;
- c.
het desgevraagd adviseren van de leden van de departementsleiding op juridisch-bestuurlijk gecompliceerde of gevoelige onderwerpen, alsmede het vervullen van bijzondere opdrachten van de departementsleiding;
- d.
het in samenwerking met de clusters ontwikkelen, beheren en bewaken van de juridische kwaliteitsborging, gericht op het inzichtelijk maken, voorkomen en tegengaan van juridische risico’s en het waarborgen van een adequate juridische inbreng, zowel bij de voorbereiding als bij de uitvoering van beleid;
- e.
klachtbehandeling op mensenrechtelijk terrein voor internationale gerechten en comités, mensenrechtelijke advisering in de brede zin en het voeren van internationale onderhandelingen namens het ministerie ten aanzien van mensenrechtelijke onderwerpen;
- f.
het onderhouden van het geregelde contact met de landsadvocaat en het beslissen op verzoeken om inschakeling van de landsadvocaat.
3.
De directie Wetgeving en Juridische Zaken is voorts belast met het opdrachtgeverschap als bedoeld in de circulaire ‘Governance ten aanzien van zbo’s’ met betrekking tot het College van Toezicht Collectieve Beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten.
4.
De directie bestaat uit:
- a.
de sector Straf- en sanctierecht;
- b.
de sector Staats- en bestuursrecht;
- c.
de sector Privaatrecht;
- d.
de sector Juridische Zaken en Wetgevingsbeleid;
- e.
de afdeling Ondersteuning.