Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen
Einde inhoudsopgave
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/5.5.1.2:5.5.1.2 Cumulatieve aanknoping
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/5.5.1.2
5.5.1.2 Cumulatieve aanknoping
Documentgegevens:
mr. E.R. Roelofs, datum 01-04-2014
- Datum
01-04-2014
- Auteur
mr. E.R. Roelofs
- JCDI
JCDI:ADS432107:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Cumulatieve aanknoping heeft tot gevolg dat op een grensoverschrijdende splitsing ten minste het recht van twee staten van toepassing is: enerzijds het recht dat van toepassing is op de splitsende vennootschap en anderzijds het recht dat van toepassing is op iedere verkrijgende vennootschap. Bij een cumulatieve aanknoping wordt tegemoet gekomen aan de bezwaren die bestaan bij de enkele aanknoping, namelijk dat hetzij geen rekening wordt gehouden met het recht dat van toepassing is op de verkrijgende vennootschap – bij toepassing van het recht dat van toepassing is op de verdwijnende vennootschap –, hetzij geen rekening wordt gehouden met het recht dat van toepassing is op de verdwijnende vennootschap – bij toepassing van het recht dat van toepassing is op de verkrijgende vennootschap.
Uiteraard zijn ook nadelen verbonden aan de cumulatieve aanknoping bij grensoverschrijdende splitsing. Deze zijn gelijk aan de nadelen verbonden aan cumulatieve aanknoping bij grensoverschrijdende fusie, zoals beschreven in paragraaf 5.3.2. Door de cumulatieve aanknoping kunnen voorschriften uit de betrokken vennootschapsstatuten, al dan niet ongewenst, cumuleren. Wanneer beide vennootschapsstatuten hetzelfde voorschrift bevatten, maar het ene vennootschapsstatuut een strengere eis voor een bepaald onderdeel van de procedure aanlegt dan het andere vennootschapsstatuut, kan als oplossing voor deze cumulatie eenvoudig het strengste voorschrift worden toegepast. Ik geef een voorbeeld, ontleend aan het proefschrift van Van Solinge. Wanneer krachtens het ene vennootschapsstatuut het gemeenschappelijke voorstel tot splitsing vormvrij kan worden opgemaakt en krachtens het andere vennootschapsstatuut daarvoor de vorm van een notariële akte is voorgeschreven, zal, bij toepassing van het strengste voorschrift, het voorstel tot grensoverschrijdende splitsing in de vorm van een notariële akte moet worden verleden.1
Bij cumulatie van de vennootschapsstatuten kan het ook voorkomen dat een bepaald onderdeel van de procedure tot grensoverschrijdende splitsing ongeregeld blijft, omdat de vennootschapsstatuten over en weer naar elkaar verwijzen. Er ontstaat dan een ‘leemte’. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen op het terrein van crediteurenbescherming, net zoals bij crediteurenbescherming en grensoverschrijdende fusie.2