Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2014
- Bronpublicatie:
11-05-2011, Trb. 2012, 233 (uitgifte: 12-12-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2015, Trb. 2015, 197 (uitgifte: 15-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Verdrag van 11 mei 2011
Preambule
De lidstaten van de Raad van Europa en de andere staten die dit Verdrag hebben ondertekend,
In herinnering roepend het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (ETS nr. 5, 1950) en de Protocollen daarbij, het Europees Sociaal Handvest (ETS nr. 35, 1961, herzien in 1996, ETS nr. 163), het Verdrag van de Raad van Europa inzake de bestrijding van mensenhandel (CETS nr. 197, 2005) en het Verdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik (CETS nr. 201, 2007);
In herinnering roepend de volgende aanbevelingen van het Comité van Ministers aan de lidstaten van de Raad van Europa: Aanbeveling Rec(2002)5 inzake de bescherming van vrouwen tegen geweld, Aanbeveling CM/REC(2007)17 inzake normen en mechanismen voor gendergelijkheid, Aanbeveling CM/Rec(2010)10 inzake de rol van vrouwen en mannen bij de voorkoming en oplossing van conflicten en bij vredesopbouw en andere relevante aanbevelingen;
Rekening houdend met de groeiende jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens waarin belangrijke normen worden vastgesteld op het gebied van geweld tegen vrouwen;
Gelet op het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (1966), het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (1966), het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (‘CEDAW’, 1979) en het Facultatieve Protocol daarbij (1999), alsmede de algemene aanbeveling nr. 19 van het CEDAW-comité inzake geweld tegen vrouwen, het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind (1989) en de Facultatieve Protocollen daarbij (2000) en het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap (2006);
Gelet op het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof (2002);
In herinnering roepend de beginselen van het internationale humanitaire recht en in het bijzonder het Verdrag van Genève (IV) betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd (1949) en de Aanvullende Protocollen I en II(1977) daarbij;
Alle vormen van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld veroordelend;
Erkennende dat het bereiken van de jure en de facto gelijkheid van vrouwen en mannen een van de sleutels is tot het voorkomen van geweld tegen vrouwen;
Erkennende dat geweld tegen vrouwen een blijk is van historisch ongelijke machtsverhoudingen tussen vrouwen en mannen die hebben geleid tot de overheersing en discriminatie van vrouwen door mannen en de volledige ontplooiing van vrouwen in de weg hebben gestaan;
Het structurele karakter van geweld tegen vrouwen erkennende als op gender gebaseerd geweld en voorts erkennende dat geweld tegen vrouwen tot een van de cruciale sociale mechanismen behoort waarmee vrouwen ten opzichte van mannen in een ondergeschikte positie worden gedwongen;
Erkennende, met grote bezorgdheid, dat vrouwen en meisjes vaak worden blootgesteld aan ernstige vormen van geweld, zoals huiselijk geweld, seksuele intimidatie, verkrachting, gedwongen huwelijk, misdrijven gepleegd in het kader van de zogenaamde ‘eer’ en genitale verminking, die een ernstige schending van de mensenrechten van vrouwen en meisjes vormen en een belangrijk obstakel voor de verwezenlijking van de gelijkheid van vrouwen en mannen;
De voortdurende mensenrechtenschendingen tijdens gewapende conflicten erkennende die de burgerbevolking, en vrouwen in het bijzonder, treffen in de vorm van wijdverbreide of systematische verkrachting en seksueel geweld en de mogelijkheid dat gendergerelateerd geweld tijdens en na conflicten toeneemt;
Erkennende dat vrouwen en meisjes blootstaan aan grotere risico's van gendergerelateerd geweld dan mannen;
Erkennende dat huiselijk geweld vrouwen buitenproportioneel treft maar dat ook mannen het slachtoffer van huiselijk geweld kunnen zijn;
Erkennende dat kinderen het slachtoffer van huiselijk geweld zijn, ook wanneer ze getuige zijn van geweld binnen het gezin;
Geleid door het streven een Europa te creëren dat vrij is van geweld tegen vrouwen en van huiselijk geweld,
Zijn het volgende overeengekomen:
Verdragpartijgroep