Einde inhoudsopgave
Aanbestedingswet 2012
Artikel 2a.21 [Concessie verbonden onderneming]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
22-06-2016, Stb. 2016, 241 (uitgifte: 30-06-2016, kamerstukken: 34329)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2016, Stb. 2016, 243 (uitgifte: 30-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Concessieovereenkomsten
1.
Het bij of krachtens deel 2a van deze wet bepaalde is niet van toepassing op het plaatsen van concessieopdrachten:
- a.
door een speciale-sectorbedrijf bij een met dat bedrijf verbonden onderneming, of
- b.
door een gemeenschappelijke onderneming, uitsluitend bestaande uit speciale-sectorbedrijven, bij een onderneming die met een van de betrokken speciale-sectorbedrijven is verbonden, indien ten minste 80% van de gemiddelde totale omzet die de verbonden onderneming in de drie jaar voorafgaand aan het plaatsen van de opdracht heeft behaald, afkomstig is van het verrichten van dergelijke werken of diensten voor het speciale-sectorbedrijf, of aan andere ondernemingen waarmee zij is verbonden.
2.
Indien in verband met de datum van oprichting of de aanvang van de bedrijfsactiviteiten van de verbonden onderneming geen gegevens beschikbaar zijn omtrent de omzet in de drie jaren, voorafgaande aan het plaatsen van de opdracht, voldoet de verbonden onderneming aan de in het eerste lid bedoelde eis indien zij aannemelijk kan maken dat die omzet in de komende periode wordt behaald.
3.
Indien dezelfde of soortgelijke werken of diensten door verschillende met het speciale-sectorbedrijf verbonden ondernemingen waarmee zij een combinatie van ondernemingen vormt worden verricht, wordt het in het eerste lid bedoelde percentage berekend op grond van de totale omzet van deze verbonden ondernemingen, afkomstig van die werken of diensten.
4.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder verbonden onderneming verstaan:
- a.
een onderneming waarvan de jaarrekening is geconsolideerd met die van het speciale-sectorbedrijf overeenkomstig de voorschriften van richtlijn 2013/34/EU, of
- b.
ingeval het speciale-sectorbedrijf niet onder de in onderdeel a bedoelde richtlijn valt, een onderneming:
- 1°
waarop het speciale-sectorbedrijf direct of indirect overheersende invloed kan uitoefenen,
- 2°
die een overheersende invloed op het speciale-sectorbedrijf kan uitoefenen, of
- 3°
die, tezamen met het speciale-sectorbedrijf, is onderworpen aan de overheersende invloed van een andere onderneming uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of op haar van toepassing zijnde voorschriften.