GS Personen- en familierecht, art. 1:124 BW, aant. 5:5 Lid 2 – Zaaksvervanging
GS Personen- en familierecht, art. 1:124 BW, aant. 5
5 Lid 2 – Zaaksvervanging
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Documentgegevens:
mr. drs. J.H. Lieber, voorheen bewerkt door prof. mr. A.L.G.A. Stille, actueel t/m 30-12-2023
Actueel t/m
30-12-2023
Tijdvak
01-01-2012 tot: -
Auteur
mr. drs. J.H. Lieber, voorheen bewerkt door prof. mr. A.L.G.A. Stille
Vindplaats
GS Personen- en familierecht, art. 1:124 BW, aant. 5
Van 1 januari 1970 tot 1 januari 1992. Vanwege de overgangsrechtelijke situatie (zie hierna aant. 9) is het zinvol aandacht te (blijven) vragen voor de tot 1 januari 1992 geldende regeling, met als belangrijkste obstakel het toenmalige vereiste van de contraprestatie geheel uit eigen goederen.
Voor de toestand na 1 januari 1992 zie onder b.
Vooropstaat (en dat past in het stelsel dat voor ‘van iemands zijde in een gemeenschap vallen’ beslissend is wie contractspartij was, ongeacht de financiering) dat voor toepasselijkheid van deze privé-norm moeten samenvallen het zijn van contractspartij en het voor de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
GS Personen- en familierecht, art. 1:124 BW, aant. 5
5 Lid 2 – Zaaksvervanging
mr. drs. J.H. Lieber, voorheen bewerkt door prof. mr. A.L.G.A. Stille, actueel t/m 30-12-2023
30-12-2023
01-01-2012 tot: -
mr. drs. J.H. Lieber, voorheen bewerkt door prof. mr. A.L.G.A. Stille
GS Personen- en familierecht, art. 1:124 BW, aant. 5
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Burgerlijk Wetboek Boek 1 artikel 124
Van 1 januari 1970 tot 1 januari 1992. Vanwege de overgangsrechtelijke situatie (zie hierna aant. 9) is het zinvol aandacht te (blijven) vragen voor de tot 1 januari 1992 geldende regeling, met als belangrijkste obstakel het toenmalige vereiste van de contraprestatie geheel uit eigen goederen.
Voor de toestand na 1 januari 1992 zie onder b.
Vooropstaat (en dat past in het stelsel dat voor ‘van iemands zijde in een gemeenschap vallen’ beslissend is wie contractspartij was, ongeacht de financiering) dat voor toepasselijkheid van deze privé-norm moeten samenvallen het zijn van contractspartij en het voor de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.