Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/400
Beklag, beslag ex art. 94 Sv op geldbedrag (€ 25.024,50) onder klager t.z.v. verdenking van witwassen. Afstand van geldbedrag. Had Rb de hoogte van inbeslaggenomen geldbedrag moeten meewegen bij beantwoording van vraag of klager rechtsgeldig afstand heeft gedaan van geldbedrag? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 21-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:404
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 maart 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
21/04983
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:404, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑03‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:75, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑01‑2023
Essentie
Beklag, beslag ex art. 94 Sv op geldbedrag (€ 25.024,50) onder klager t.z.v. verdenking van witwassen. Afstand van geldbedrag. Had Rb de hoogte van inbeslaggenomen geldbedrag moeten meewegen bij beantwoording van vraag of klager rechtsgeldig afstand heeft gedaan van geldbedrag? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/04983 B
Datum 21 maart 2023
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 12 november 2021, nummer RK 21/3650, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.