RvdW 2015/56
Laster.
HR 02-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3493
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 december 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
13/02077
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3493, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2229, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑06‑2014
Essentie
Laster.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 20 maart 2013, nummer 21/004202-12, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. H.M.W. Daamen te Maastricht.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, heeft bij arrest van 20 maart 2013 de verdachte ter zake van 1. primair ‘medeplegen van laster’ en 2. primair ‘laster’ veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaren. Voorts heeft het Hof een taakstraf opgelegd van veertig uren, subsidiair twintig dagen hechtenis. Verder heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.