Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Artikel 6.8
Geldend
Geldend vanaf 05-07-2024
- Bronpublicatie:
02-07-2024, Stcrt. 2024, 21776 (uitgifte: 04-07-2024, regelingnummer: ACM/UIT/616198)
- Inwerkingtreding
05-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-07-2024, Stcrt. 2024, 21776 (uitgifte: 04-07-2024, regelingnummer: ACM/UIT/616198)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
1.
Tenzij anders overeengekomen beschikt het HVDC-systeem over de capaciteit om snelle foutstroom op het overdrachtspunt te leveren in het geval van symmetrische fouten, als bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC).
2.
Ten aanzien van het leveren van snelle foutstroom op het overdrachtspunt van de aansluiting als bedoeld in het eerste lid, is het HVDC-convertorstation in staat om in bedrijf te zijn in een of twee van de volgende regelmodi:
- a.
de snelle foutstroomregelmodus zonder voorgeschreven foutstroom waarbij het HVDC-convertorstation in staat is om in het geval van symmetrische (driefasen) en asymmetrische storingen de spanningsverandering op het overdrachtspunt van de aansluiting van het HVDC-convertorstation tegen te werken; of
- b.
de snelle foutstroomregelmodus met voorgeschreven foutstroom waarbij artikel 3.19, tiende lid, twaalfde lid, en veertiende tot en met zestiende lid, van overeenkomstige toepassing is op het HVDC-convertorstation, waarbij “overdrachtspunt van de aansluiting van het HVDC-convertorstation” gelezen dient te worden in plaats van “aansluitklemmen van de afzonderlijke opwekkingseenheid van de power park module”.
3.
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet en de aangeslotene die beschikt over een HVDC-systeem komen de reqelmodus of regelmodi alsmede ingeval van de in onderdeel a bedoelde reqelmodus het principe en de prestatieparameters van de regelmodus, overeen, en leggen dit vast in de aansluit- en transportovereenkomst.