RFR 2022/119
Pensioenverevening. Vergoedingsrecht wegens schenking onder uitsluiting. Heeft hof met juistheid geoordeeld dat de man niet heeft gesteld dat de erfenis is besteed aan een gemeenschapsschuld?
HR 15-07-2022, ECLI:NL:HR:2022:1080
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 juli 2022
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/00802
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS673435:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1080, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑07‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1232, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑12‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑07‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑02‑2021
- Wetingang
Essentie
Heeft het hof, gezien het debat van partijen, terecht geoordeeld dat de man aannemelijk moet maken dat er onvoldoende kapitaal aanwezig is en de benodigde liquide middelen niet kunnen worden vrijgemaakt of van elders verkregen zonder de continuïteit van de rechtspersoon en de ermee verbonden onderneming in gevaar te brengen? Is het oordeel dat de man een zoveel mogelijk vergelijkbaar verzekeringsproduct dient aan te schaffen, voldoende gemotiveerd?
Samenvatting
Man en vrouw zijn met elkaar gehuwd geweest in algehele gemeenschap van goederen. De man heeft staande huwelijk pensioen in eigen beheer opgebouwd. Op 3 november 2014 is de echtscheidingsbeschikking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.