Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Raad van Europa inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven en de financiering van terrorisme
Artikel 41 Inlichtingen
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2008
- Bronpublicatie:
16-05-2005, Trb. 2006, 104 (uitgifte: 12-05-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2008, Trb. 2008, 182 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
De aangezochte Partij licht de verzoekende Partij onverwijld in over:
- a.
de maatregelen die zij heeft genomen naar aanleiding van een verzoek ingevolge dit hoofdstuk;
- b.
het eindresultaat van de naar aanleiding van het verzoek genomen maatregelen;
- c.
een beslissing waarbij zij samenwerking ingevolge dit hoofdstuk, geheel of ten dele, weigert of uitstelt, dan wel daaraan voorwaarden verbindt;
- d.
omstandigheden die de uitvoering van de verlangde maatregelen onmogelijk maken of deze aanzienlijk dreigen te vertragen; en
- e.
in geval van voorlopige maatregelen naar aanleiding van een verzoek uit hoofde van afdeling 2 of 3 van dit hoofdstuk, de bepalingen in haar nationale wetgeving die automatisch leiden tot opheffing van de voorlopige maatregel.
2.
De verzoekende Partij licht de aangezochte Partij onverwijld in over:
- a.
elke herziening of beslissing of enig ander feit op grond waarvan de beslissing tot confiscatie, geheel of ten dele, haar uitvoerbaarheid verliest; en
- b.
elke ontwikkeling, ten aanzien van de feiten of ten aanzien van het recht, op grond waarvan de maatregelen ingevolge dit hoofdstuk niet langer gerechtvaardigd zijn.
3.
Wanneer een Partij op grond van dezelfde beslissing tot confiscatie verzoekt om confiscatie in meer dan één Partij, stelt zij alle betrokken Partijen hiervan in kennis.