Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/1037 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (codificatie)
Artikel 30 Mededeling van gegevens
Geldend
Geldend vanaf 20-07-2016
- Bronpublicatie:
08-06-2016, PbEU 2016, L 176 (uitgifte: 30-06-2016, regelingnummer: 2016/1037)
- Inwerkingtreding
20-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-06-2016, PbEU 2016, L 176 (uitgifte: 30-06-2016, regelingnummer: 2016/1037)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
De klagers, de importeurs, de exporteurs, en hun representatieve verenigingen en het land van oorsprong en/of van uitvoer kunnen mededeling verzoeken van de bijzonderheden die aan de van essentieel belang zijnde feiten en overwegingen op grond waarvan voorlopige maatregelen zijn ingesteld, ten grondslag liggen. Deze verzoeken dienen onverwijld na de instelling van de voorlopige maatregelen schriftelijk te worden ingediend en mededeling geschiedt zo spoedig mogelijk nadien.
2.
De in lid 1 genoemde partijen mogen om definitieve mededeling verzoeken van de van essentieel belang zijnde feiten en overwegingen op grond waarvan wordt overwogen het nemen van definitieve maatregelen of de beëindiging van het onderzoek of van de procedure zonder het nemen van maatregelen aan te bevelen, waarbij bijzondere aandacht wordt geschonken aan de mededeling van feiten of overwegingen die afwijken van die waarop de voorlopige maatregelen zijn gebaseerd.
3.
De verzoeken om definitieve mededeling worden schriftelijk aan de Commissie gericht en dienen, wanneer een voorlopig recht is ingesteld, uiterlijk één maand na de bekendmaking van de instelling van dat recht door de Commissie te zijn ontvangen. Wanneer geen voorlopig recht is ingesteld, worden partijen in de gelegenheid gesteld om binnen de door de Commissie gestelde termijnen definitieve mededeling te verzoeken.
4.
Definitieve mededeling geschiedt schriftelijk. Dit gebeurt met inachtneming van de verplichting tot bescherming van vertrouwelijke informatie zo spoedig mogelijk en normaal niet later dan één maand voordat de in de artikelen 14 of 15 bedoelde procedures worden ingeleid. Kan de Commissie bepaalde feiten of overwegingen op dat tijdstip niet mededelen, dan deelt zij die mede zodra dit mogelijk is.
Deze mededeling doet geen afbreuk aan besluiten die de Commissie nadien mocht nemen, maar indien dergelijke besluiten op andere feiten en overwegingen zijn gebaseerd, worden die zo spoedig mogelijk medegedeeld.
5.
Na de definitieve mededeling gemaakte opmerkingen worden uitsluitend in aanmerking genomen binnen een door de Commissie in elk afzonderlijk geval vast te stellen termijn van ten minste tien dagen, waarbij de spoedeisendheid van de aangelegenheid op passende wijze in aanmerking wordt genomen. Indien een aanvullende definitieve mededeling moet worden gedaan, kan een kortere termijn worden gegeven.