Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 190 Toepassingsgebied en definities
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
Deze afdeling is van toepassing op maatregelen van een Partij die van invloed zijn op de verlening van internationale zeevervoersdiensten, in aanvulling op de hoofdstukken 1, 2, 3 en 4 en afdeling 1 van dit hoofdstuk.
2.
Voor de toepassing van deze afdeling en de hoofdstukken 1, 2, 3 en 4 van deze titel wordt verstaan onder:
- a)
‘internationale zeevervoersdiensten’: het vervoer van passagiers of vracht door zeeschepen tussen een haven van de ene Partij en een haven van de andere Partij of van een derde land, of tussen havens van verschillende lidstaten van de Europese Unie, met inbegrip van het rechtstreeks sluiten van contracten met aanbieders van andere vervoersdiensten, teneinde het vervoer van deur tot deur of multimodaal vervoer onder één vervoersdocument te dekken; dat omvat evenwel niet het recht om dergelijke andere vervoersdiensten te verlenen;
- b)
‘vervoer van deur tot deur of multimodaal vervoer’: het vervoer van vracht met behulp van meer dan één wijze van vervoer en dat een internationaal traject over zee omvat, met een enkel vervoersdocument;
- c)
‘internationale vracht’: vracht die wordt vervoerd tussen een haven van een Partij en een haven van de andere Partij of van een derde land, of tussen havens van verschillende lidstaten;
- d)
‘ondersteunende diensten voor zeevervoer’: diensten in verband met de behandeling van zeevracht, in- en uitklaring of de opslag van containers, diensten van scheepsagenten, maritieme expediteursdiensten en opslagdiensten;
- e)
‘diensten in verband met de behandeling van zeevracht’: activiteiten van stuwadoorsbedrijven, met inbegrip van terminalexploitanten, maar zonder de rechtstreekse activiteiten van dokwerkers, wanneer die niet door de stuwadoorsbedrijven of terminalexploitanten zijn tewerkgesteld; de hier bedoelde activiteiten omvatten de organisatie van en het toezicht op:
- i)
het laden of lossen van schepen;
- ii)
het sjorren of losmaken van vracht, en
- iii)
het in ontvangst nemen of afleveren en bewaken van vracht vóór verzending of na lossing;
- f)
‘diensten in verband met in- en uitklaring’: activiteiten die bestaan in de afhandeling van douaneformaliteiten namens een derde met betrekking tot de in-, uit- of doorvoer van vracht, ongeacht of die dienst de hoofdactiviteit van de dienstverlener is of een gebruikelijke aanvulling op diens hoofdactiviteit;
- g)
‘diensten in verband met de opslag van containers’: activiteiten die bestaan in het opslaan, vullen, strippen of repareren van containers en het ter beschikking stellen van containers voor verzending, hetzij in havengebieden, hetzij in het binnenland;
- h)
‘diensten van scheepsagenten’: activiteiten waarbij de zakelijke belangen van een of meer scheepvaartlijnen of scheepvaartmaatschappijen binnen een bepaald geografisch gebied door een agent worden behartigd voor de volgende doeleinden:
- i)
marketing en verkoop van diensten van zeevervoer en aanverwante diensten, van de prijsopgave tot de facturering, alsmede het afgeven van vrachtbrieven namens de scheepvaartlijnen of scheepvaartmaatschappijen, het kopen en weer verkopen van de nodige aanverwante diensten, het opstellen van documenten en het verschaffen van bedrijfsinformatie, alsmede
- ii)
het optreden namens de lijnen of ondernemingen, het organiseren van de afroep van aanvragen om scheepsruimte of, indien nodig, het overnemen van vracht;
- i)
‘feederdiensten’: onverminderd het toepassingsgebied van activiteiten die uit hoofde van de desbetreffende nationale wetgeving als cabotage kunnen worden beschouwd, het voorafgaande en verder vervoer over zee van internationale vracht, met inbegrip van containervervoer, bulk- en droge of vloeibare bulkgoederen, tussen havens op het grondgebied van een Partij, mits die internationale vracht onderweg is, dat wil zeggen naar een bestemming, of afkomstig is uit een laadhaven buiten het grondgebied van die Partij;
- j)
‘maritieme expediteursdiensten’: de activiteit waarbij namens een verzender de verscheping wordt georganiseerd en gevolgd, door vervoersdiensten en aanverwante diensten te regelen, documenten op te stellen en bedrijfsinformatie te verschaffen;
- k)
‘havendiensten’: diensten die door de havenbeheerder, zijn onderaannemers of andere dienstverleners ter ondersteuning van het vervoer van vracht of passagiers worden verleend in een zeehavengebied of op de waterwegen daarnaartoe, en
- l)
‘opslagdiensten’: opslagdiensten voor diepgevroren of gekoelde goederen, bulkopslag van vloeistoffen of gassen en overige opslagdiensten.