Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/1186
Onvoldoende belang bij klacht dat uit de bewijsmiddelen niet kan volgen dat kogelgeweer een vuurwapen is van categorie II sub 3° als bedoeld in art. 2 lid 1 WWM.
HR 03-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1715
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 november 2020
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/03431
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1715, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:775, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑09‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑04‑2020
- Wetingang
Essentie
Voorhanden hebben vuurwapen categorie II sub 3°, art. 2 lid 1 WWM. Bewezenverklaarde onderdeel 'die zodanig waren vervaardigd of gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar was, dan wel dat de aanvalskracht wordt verhoogd' volgt niet uit de gebruikte bewijsmiddelen. Verdachte heeft onvoldoende belang bij zijn klacht daarover, nu het onderliggend proces-verbaal zich bevindt bij de in hoger beroep voorgehouden stukken van het geding.
Samenvatting
Uit de gebruikte bewijsmiddelen kan niet volgen dat het 'kogelgeweer, merk onbekend, kaliber .22 LR' een vuurwapen is van categorie II sub 3° als bedoeld in art. 2 lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.