Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/1115 betreffende het op de markt van de Unie aanbieden en de uitvoer uit de Unie van bepaalde grondstoffen en producten die met ontbossing en bosdegradatie verband houden, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 995/2010
Artikel 10 Risicobeoordeling
Geldend
Geldend vanaf 29-06-2023
- Bronpublicatie:
31-05-2023, PbEU 2023, L 150 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: 2023/1115)
- Inwerkingtreding
29-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2023, PbEU 2023, L 150 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: 2023/1115)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Algemeen
Milieurecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
1.
De marktdeelnemers verifiëren en analyseren de overeenkomstig artikel 9 verzamelde informatie en alle andere relevante documentatie. Op basis van die informatie en documentatie voerende marktdeelnemers een risicobeoordeling uit om na te gaan of er een risico bestaat dat de relevante producten die bestemd zijn om in de handel te worden gebracht of te worden uitgevoerd, niet conform zijn. Marktdeelnemers mogen de relevante producten niet in de handel brengen of uitvoeren, tenzij uit deze risicobeoordeling blijkt dat er geen of slechts een verwaarloosbaar risico bestaat dat de relevante producten niet aan de voorschriften voldoen.
2.
Bij de risicobeoordeling wordt met name rekening gehouden met de volgende criteria:
- a)
het overeenkomstig artikel 29 aan het betrokken land van productie, of delen daarvan, toegekende risico;
- b)
de aanwezigheid van bossen in het land van productie, of delen daarvan;
- c)
de aanwezigheid van inheemse volkeren in het land van productie, of delen daarvan;
- d)
overleg en samenwerking te goeder trouw met inheemse volken in het land van productie, of delen daarvan;
- e)
het bestaan van naar behoren met redenen onderbouwde claims van inheemse volken op basis van objectieve en verifieerbare informatie over het gebruik of de eigendom van het gebied dat voor de productie van de relevante grondstof wordt gebruikt;
- f)
de prevalentie van ontbossing of bosdegradatie in het land van productie, of delen daarvan;
- g)
de bron, betrouwbaarheid en geldigheid van de in artikel 9, lid 1, bedoelde informatie en de verwijzingen in die informatie naar andere beschikbare documentatie;
- h)
bezorgdheden over het land van productie en oorsprong, of delen daarvan, zoals de mate van corruptie, de prevalentie van vervalsing van documenten en gegevens, het gebrek aan wetshandhaving, schendingen van internationale mensenrechten, gewapende conflicten of door de VN-Veiligheidsraad of de Raad van de Europese Unie opgelegde sancties;
- i)
de complexiteit van de relevante toeleveringsketen en het stadium van de verwerking van de relevante producten, met name moeilijkheden om relevante producten te koppelen aan het perceel waar de relevante grondstoffen zijn geproduceerd;
- j)
het risico op omzeiling van deze verordening of op vermenging met relevante producten van onbekende oorsprong of met producten die zijn geproduceerd in gebieden waar ontbossing of bosdegradatie heeft plaatsgevonden of plaatsvindt;
- k)
conclusies van de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie ter ondersteuning van de uitvoering van deze verordening, zoals gepubliceerd in het register van deskundigengroepen van de Commissie;
- l)
overeenkomstig artikel 31 ingediende concrete aanwijzingen en informatie over de mate waarin marktdeelnemers en handelaren in de desbetreffende toeleveringsketen deze verordening in het verleden niet hebben nageleefd;
- m)
alle informatie die erop wijst dat de relevante producten mogelijk niet conform zijn;
- n)
aanvullende informatie over de naleving van deze verordening, waaronder informatie over certificering of andere door derden gecontroleerde regelingen, met inbegrip van vrijwillige, door de Commissie erkende regelingen in het kader van artikel 30, lid 5, van Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad (1), op voorwaarde dat de informatie aan de in artikel 9 van deze verordening vastgestelde voorschriften voldoet.
3.
Houtproducten die onder het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 2173/2005 vallen en waarvoor een geldige Flegt-vergunning van een operationeel vergunningensysteem is afgegeven, worden geacht in overeenstemming te zijn met artikel 3, punt b), van deze verordening.
4.
De marktdeelnemers documenteren en evalueren de risicobeoordelingen minstens jaarlijks en stellen die op verzoek ter beschikking van de bevoegde autoriteiten. De marktdeelnemers kunnen aantonen hoe de verzamelde informatie is getoetst aan de in lid 2 vastgestelde risicobeoordelingscriteria en hoe zij het risiconiveau hebben bepaald.
Voetnoten
Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 82).